Tag Archives: advies

Contractuele verplichtingen van elektronische handel

Contractuele verplichtingen van elektronische handel

 

Ontvangsthal advocatenkantoor Avinci in Rotterdam

Elektronische handel heeft raakvlakken met tal van gebieden, waaronder kwesties in verband met overeenkomsten, praktijken die onder de mededingingswet vallen, belastingen, IE-rechten, consumentenbescherming en bescherming van persoonsgegevens. Het onderhavige themadossier schetst een overzicht van de rechtspraak op dit gebied. Hiertoe worden de 35 belangrijkste Europese arresten over deze waaier aan onderwerpen besproken die uw advocaat voor u als ondernemer bestudeert heeft.

Onze advocaat op het gebied van contractenrecht geeft u de zekerheid dat uw afspraken juridisch sluitend zijn

Contracten bestaan er in alle soorten en maten. Iedereen krijgt in zijn leven te maken met contracten, ook wel overeenkomsten. Denk aan de arbeidsovereenkomst, het huurcontract, het koopcontract, het samenlevingscontract, het samenwerkingscontract of een overeenkomst voor het leveren van bepaalde goederen of diensten tegen een vastgestelde vergoeding. Zowel particulieren als ondernemers leggen afspraken vast in contracten. Volgens het Nederlandse contractenrecht is iedereen vrij in het maken van afspraken en kan deze contractueel vastleggen. Dit klinkt eenvoudig, maar er zitten toch wel wat beperkingen aan. Wat voor contract u ook wilt opstellen, het is altijd goed dit door een advocaat of jurist te laten beoordelen, dit om onaangename verrassingen in de toekomst te voorkomen. Hij of zij kan u advies geven over het wettelijk kader. Zo kan uw contract bijvoorbeeld nietig worden verklaard, als de daarin gemaakte afspraken in strijd zijn met de wet. Ook kan het zijn dat bij onenigheid tussen u en de partij waarmee u het contract hebt gesloten, blijkt dat de tekst voor tweeërlei uitleg vatbaar is. Onze juristen zijn in het juridisch goed opstellen van ongeacht welk contract ervaringsdeskundigen. Indien gewenst kunnen zij u ook bijstaan bij het onderhandelen met de tegenpartij over de precieze voorwaarden die in het gewenste contract moeten staan.

Rotterdams advocatenkantoor voor bedrijven en particulieren

In het contractenrecht zijn de basisvoorwaarden voor een geldige overeenkomst vastgelegd

Het contractenrecht is onderdeel van het verbintenissenrecht dat op haar beurt weer onderdeel is van het Burgerlijk Wetboek. Het contractenrecht houdt zich bezig met contracten en overeenkomsten. Daaronder vallen ook de Algemene Voorwaarden, die vaak als aanvulling bij een overeenkomst worden gevoegd. Het laat zich raden dat juist deze Algemene Voorwaarden van groot belang zijn en dus zorgvuldig moeten worden opgesteld. Onze juristen geven u graag advies bij het opstellen van deze zogenoemde kleine lettertjes, zodat u zeker weet dat u alle juridische valkuilen die de te sluiten overeenkomst met zich mee kan brengen volledig volgens de wet afgedekt zijn. Mocht er desondanks toch op enig moment een conflict ontstaan tussen u en uw contractpartner, dan staat onze advocaat graag voor u klaar om het probleem op te lossen. Bij voorkeur door overleg en onderhandelen om tot een voor alle partijen acceptabel compromis te komen. Is dit geen optie, dan zet hij zich volledig in voor een optimaal resultaat bij de rechter. Ook in procesrecht is hij immers specialist!

Advocaten gespecialiseerd in contractrecht in Rotterdam

Bedrijven en particulieren in Rotterdam en omstreken vinden hun weg naar advocatenkantoor Avinci

Ons advocatenkantoor is centraal gelegen in Rotterdam, op een steenworp afstand van de arrondissementsrechtbank in Rotterdam Zuid. Wij zijn daarmee goed bereikbaar vanuit alle delen van Zuid-Holland, van de Krimpenerwaard in het noorden tot de Hoekse Waard in het zuiden. Ter illustratie geven wij slechts een kleine greep uit de plaatsen van waaruit zowel ondernemers als particulieren voor advies bij het opstellen van contracten hun weg naar ons advocatenkantoor hebben weten te vinden:

  • Barendrecht
  • Berkel en Rodenrijs
  • Brielle
  • Capelle aan den ijssel
  • Dordrecht
  • Hellevoetsluis
  • Middelharinis
  • Oostvoorne
  • Oud-beijerland
  • Rhoon
  • Ridderkerk
  • Rotterdam
  • Rotterdam Zuid
  • Schiedam
  • Spijkenisse
  • Vlaardingen
  • Voorne-putten
  • Zwijndrecht

Moet of wilt u een overeenkomst met iemand opstellen, of heeft u vragen over bijvoorbeeld uw arbeidsovereenkomst, neem dan gerust contact met ons op. Ook bij een geschil of onenigheid weten wij door onze ervaring goed raad. Wij hanteren vaste standaardprijzen voor het opstellen of beoordelen van contracten. Ook als u wilt dat wij voor u de voorwaarden van het contract uitonderhandelen, kunnen wij u hiervoor gunstige vaste prijzen bieden.

Uitzicht Rotterdam vanuit Avinci advocatenkantoor

Avinci Advocaten geeft u in bovenstaand artikel de laatste updates uit haar jurisprudentie met bronvermelding uit Recht.nl, Autoriteitsgegevens.nl, AvdW.nl Officiele Bekendmaking en Rechtspraak om u op de hoogte te stellen over de laatste ontwikkelingen op dit rechtsgebied.

En mocht het ondanks alle voorzorgen toch nog mislopen, dan staat Avinci Advocaten u graag terzijde bij het oplossen van een conflict. In eerste instantie door te proberen in onderling overleg tot een acceptabele oplossing te komen. Mocht dat niet lukken en is de gang naar de rechter niet te vermijden, dan strijdt Avinci Advocaten voor het maximale resultaat. Binnen kantoor is veel kennis over en ervaring in het procesrecht aanwezig zodat u veilig langs de klippen van een procedure wordt geloodst.

Neem contact op  010-4777755

Avinci Advocaten heeft bovenstaand artikel samengesteld uit haar jurisprudentie om u op de hoogte te stellen over de laatste ontwikkelingen op #arbeidsrecht #avinciadvocaten #bedrijfsadvocaat #dutchdebtsincasso

 

Contractuele verplichtingen van elektronische handel

Coronavirus en het bedrijfsleven

Avinci Advocaten en Bedrijfsadvocaat is tijdens deze tijd open zodat u kunt bellen voor advies en of tips in alle gevallen omtrent de coronavirus en uw bedrijf. Arthur Hansen geeft u graag advies wat u kunt doen in geval van Coronavirus en het bedrijfsleven, hoe u het moet aanpakken en waar u slim en efficiënt juridisch kunt inspringen op de huidige problemen. U kunt altijd bij ons terecht voor advies, wij werken volgens de RIVM richtlijnen en kunnen u (telefonisch) assisteren of advies geven.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft op haar website een speciale rubriek geopend met FAQ omtrent het coronavirus. Zo gaat de AP in op de vraag of werkgevers bij een ziekmelding mogen vragen of de werknemer besmet is met het Coronavirus.

Informatie over gezondheid is een bijzonder persoonsgegeven. De verwerking van bijzondere persoonsgegevens is op grond van de AVG verboden, tenzij sprake is van een wettelijke uitzondering.

Werkgevers mogen bij een ziekmelding alleen persoonsgegevens verwerken die voor de werkgever noodzakelijk zijn. Het is noodzakelijk om informatie te hebben aan de hand waarvan de werkgever kan bepalen hoe het verder moet met de werkzaamheden van uw werknemer. En informatie om te laten beoordelen of het loon moet worden doorbetaald.

De AP geeft op haar website nogmaals een overzicht van de informatie die de werkgever mag registreren:

  • Het telefoonnummer waarop de werknemer te bereiken is en het (verpleeg)adres.
  • Hoe lang de werknemer denkt dat de ziekte gaat duren.
  • Wat zijn/haar lopende werkzaamheden en afspraken zijn.
  • Of de ziekte van de werknemer verband houdt met een arbeidsongeval. De werkgever mag niet vragen of het verzuim werkgerelateerd is.
  • Of er sprake is van een verkeersongeval met regresmogelijkheid. Dat houdt in dat u de kosten van het ziekteverzuim en re-integratie mogelijk kunt verhalen op de veroorzaker van het ongeval.
  • Of de werknemer onder 1 van de 4 vangnetregelingen valt op grond van de Ziektewet. De werknemer is daarbij niet altijd verplicht om te melden onder welke regeling hij/zij valt.

Lees hier meer adviezen en tips:

https://www.avinci.nl/nieuws/de-meest-gestelde-werknemers-en-werkgeversvragen-over-het-coronavirus/

De werkgever mag dus alleen vragen naar noodzakelijke informatie. In het algemeen is niet noodzakelijk te weten wát iemand heeft.

De AP maakt in haar richtlijnen vooralsnog geen uitzondering voor het Coronavirus. Mochten er wijzigingen in deze richtlijnen optreden, dan zullen wij u zo snel mogelijk informeren.

Avinci Advocaten en Bedrijfsadvocaat is tijdens deze tijd open zodat u kunt bellen voor advies en of tips in alle gevallen omtrent de coronavirus en uw bedrijf. Arthur Hansen geeft u graag advies wat u kunt doen, hoe u het moet aanpakken en waar u slim en efficiënt juridisch kunt inspringen op de huidige problemen. U kunt altijd bij ons terecht voor advies, wij werken volgens de RIVM richtlijnen en kunnen u (telefonisch) assisteren of advies geven.

Neem contact op:

Wij zijn dagelijks geopend van 09.00 uur tot 19.00 uur omdat ondernemen nooit stopt!

Bekijk deze andere sites ook:

 

De ernstigverwijtmaatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid

De ernstigverwijtmaatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid

3 februari 2020

De ernstigverwijtmaatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid

Een veelomvattend rechtstheoretisch en rechtshistorisch onderzoek naar het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht, waarbij de zogenoemde ernstigverwijtmaatstaf centraal staat. Het is twintig jaar geleden dat de Hoge Raad de maatstaf voor de beoordeling van interne bestuurdersaansprakelijkheid (ex artikel 2:9 BW) heeft overgenomen en elf jaar geleden dat deze ook bij de beoordeling van externe bestuurdersaansprakelijkheid (ex artikel 6:162 BW) een hoofdrol is gaan spelen. Maar wat betekent de term ‘ernstig verwijt’ eigenlijk? En wat bedoelt de Hoge Raad als hij de ernstigverwijtmaatstaf een ‘hoge drempel voor aansprakelijkheid’ noemt? Hoog ten opzichte van wat? Kortom, is de rechtsontwikkeling wel zo vanzelfsprekend als het lijkt en is de ernstigverwijtmaatstaf wel te rechtvaardigen?

Wat onze advocaat bij bestuurdersaansprakelijkheid voor u kan betekenen

Hoewel volgens de Nederlandse wet een rechtspersoon, veelal een vennootschap, maar ook stichtingen en verenigingen, in principe zelf aansprakelijk is voor schulden of toegebrachte schade, bestaan er situaties waarin u als bestuurder van zo´n rechtspersoon persoonlijk aansprakelijk gesteld kunt worden. In artikel 2:9 van het Burgerlijk Wetboek is vastgesteld dat een bestuurder verplicht is “behoorlijk bestuur” over de rechtspersoon te voeren. Een duidelijke definitie van dit begrip wordt niet gegeven, want dit wordt overgelaten aan het oordeel van de rechter die de specifieke casus moet beoordelen. Als bestuurdersaansprakelijkheid aan de orde is of dreigt te komen, bijvoorbeeld bij een faillissement of het niet nakomen van verplichtingen, doet u er daarom verstandig aan een advocaat in de arm te nemen of in ieder geval advies in te winnen bij een jurist die gespecialiseerd is in ondernemingsrecht. Bij Bedrijfsadvocaat werken dergelijke specialisten, die u graag helpen wanneer u als bestuurder persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld. Andersom kan natuurlijk ook, want als u via een procedure bestuurdersaansprakelijkheid privé verhaal wilt halen op bestuurders van een rechtspersoon die u schade heeft berokkend, staan wij voor u klaar.

Neem contact op 010-4777755

Verschillende soorten bestuurdersaansprakelijkheid, elk met hun eigen vereisten

Of er sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid is soms moeilijk vast te stellen, te meer daar er verschillende soorten bestuurdersaansprakelijkheid zijn, die in de rechtspraak op verschillende manieren uitgewerkt worden. Met name gaat het er dan om of er sprake is van interne aansprakelijkheid of externe aansprakelijkheid, of wellicht van beide. Bovendien bestaat er een hoofdelijke aansprakelijkheid voor iedere bestuurder. Dat aan al deze begrippen nogal wat haken en ogen zitten, zal u uit onderstaande korte uitleg duidelijk worden. Alle reden dus om raad en advies in te winnen bij een jurist of advocaat. Hij of zij kent alle regelgeving en jurisprudentie die er op dit gebied bestaat en kan uw zaak tot een goed einde brengen.
Interne bestuursaansprakelijkheid is de aansprakelijkheid van u als bestuurder jegens de rechtspersoon. Iedere bestuurder wordt geacht de hem toebedeelde taak binnen de rechtspersoon naar behoren te vervullen. Nalatigheid hierin wordt bestempeld als onbehoorlijk bestuur en kan de bestuurder worden aangerekend als hem daarin tevens ernstig verwijt treft. Hiervan kan sprake zijn als u bijvoorbeeld gehandeld hebt in strijd met de statuten van de rechtspersoon, verplichtingen bent aangegaan die nadelig zijn voor de rechtspersoon of de administratie niet op orde hebt.

Van externe bestuursaansprakelijkheid is sprake als schade is toegebracht aan een derde partij. Dit is gebaseerd op het rechtsbegrip “onrechtmatige daad”. Om een bestuurder hiervoor persoonlijk aansprakelijk te stellen, moet echter bewezen worden dat hem een persoonlijk ernstig verwijt kan worden aangerekend voor deze onrechtmatige daad. Dit kan bijvoorbeeld zijn als u namens de rechtspersoon een overeenkomst aangaat waarvan u op voorhand weet of zou kunnen weten dat de rechtspersoon de verplichtingen die hieruit voortvloeien niet zal kunnen nakomen.
Daarnaast is er nog de gedeelde aansprakelijkheid; indien er meerdere bestuurders zijn geldt er een collectieve verantwoordelijkheid voor het bestuur van de rechtspersoon en een hoofdelijke aansprakelijkheid voor iedere bestuurder. Dat wil dus zeggen dat u persoonlijk aansprakelijk kunt worden gesteld voor fouten, ook als die door één van uw medebestuurders zijn gemaakt. Om te bewijzen dat u als medebestuurder geen blaam treft voor deze fouten is meestal een ingewikkelde zaak.

Uw specialist voor bestuurdersaansprakelijkheid in Rotterdam en omstreken vindt u bij Bedrijfsadvocaat

Ons kantoor is centraal gelegen in Rotterdam, op een steenworp afstand van de arrondissementsrechtbank in Rotterdam Zuid. Wij zijn daarmee goed bereikbaar vanuit alle delen van Zuid-Holland, van de Krimpenerwaard in het noorden tot de Hoekse Waard in het zuiden. Ter illustratie geven wij slechts een kleine greep uit de plaatsen van waaruit bestuurders hun weg naar ons advocatenkantoor hebben weten te vinden:

  • Barendrecht
  • Berkel en Rodenrijs
  • Brielle
  • Capelle aan den ijssel
  • Dordrecht
  • Hellevoetsluis
  • Middelharnis
  • Oostvoorne
  • Oud-beijerland
  • Rhoon
  • Ridderkerk
  • Rotterdam
  • Rotterdam Zuid
  • Schiedam
  • Spijkenisse
  • Vlaardingen
  • Voorne-putten
  • Zwijndrecht

Wordt u aangesproken op uw bestuurdersverantwoordelijkheid of hebt u schade geleden door een derde partij waarbij u verhaal wilt halen, al dan niet privé, maak dan een afspraak met een van onze juristen. In een persoonlijk gesprek kunnen wij dan alle mogelijkheden met u bespreken en geven u een gedegen advies over de te nemen stappen. Mocht het tot een rechtszaak komen, dan zal onze advocaat u daar natuurlijk bijstaan of vertegenwoordigen.

Bron: Recht.nl, Eur.nl De ernstigverwijtmaatstaf bij bestuurdersaansprakelijkheid

Incasso International

Dutch Debts is originally designed for the international market. Especially German, British and American companies regularly know where to find us in order to submit collection of bills due or overdate with business partners in the Netherlands. We have a renowned reputation and we are happy to serve you.

Direct number of our international lawyer Arthur Hansen: +31 10 47 777 55.

Met grote regelmaat hebben wij te maken met internationale zaken – zeker in Rotterdam is de handel met internationale handelspartners enorm en de incassopraktijk houdt niet op bij de grens. Met name Duitse en Engelse bedrijven schakelen ons met grote regelmaat in om incasso met handelspartners in Nederland te voeren.

Buitenlandse bedrijven kunnen ons inschakelen in geval van wanbetalers in Nederland en starten wij de vereiste procedure op.

Dutch Debts heeft vestigingen in Rotterdam en Brielle, Europoort.

Dutch Debts heeft vestigingen in Rotterdam en Brielle, Europoort.

Samenwerkende partijen

Uiteraard kan Avinci Advocaten het niet alleen en heeft een paar uitmuntende partijen gevonden om efficient met samen te werken.

Minnelijk Overleg

Mediation / Minnelijk Overleg

Nadat u uw dossier aan ons overhandigd heeft, maakt u uw wensen kenbaar.

Wij behalen de beste resultaten door de voordelen van minnelijke incasso te combineren met de doeltreffendheid van gerechtelijke incasso maatregelen.

Onze insteek is altijd tot een minnelijke oplossing te komen met uw debiteur, waarbij de relatie in stand blijft. Wanneer dat helaas niet mogelijk blijkt, schakelen we direct door. De kosten van onze werkzaamheden zullen wij altijd op uw debiteur trachten te verhalen.

Contact & FAQs

Neem contact met ons op!

Dutch Debts heeft vestigingen in Rotterdam en Brielle, Europoort.

Dutch Debts heeft vestigingen in Rotterdam en Brielle, Europoort.

Wij hebben twee vestigingen:

Rotterdam

  • Oudehoofdplein 4,
  • 3011 TM Rotterdam
  • 010 – 4777755
  • info@dutch-debts.nl

Brielle: 

  • Krammer 8
  • 3233 HE Brielle
  • T: 0181- 470 477
  • E: info@dutch-debts.nl

SAMSUNG CAMERA PICTURES

Rotterdam

Nieuw wetsvoorstel: werkgever wordt gecompenseerd!

Heeft u na 1 juli 2015 de arbeidsovereenkomst met een zieke werknemer beëindigd en aan deze werknemer een transitievergoeding betaald? Bewaar uw administratie dan goed. Werkgevers worden namelijk gecompenseerd voor de transitievergoeding door het UWV. In 2017 komt het kabinet met een wetsvoorstel om dit te regelen. Nieuw wetsvoorstel: werkgever wordt gecompenseerd bij ontslag langdurige ziekte werknemer.

Werknemers die langdurig ziek zijn, houden recht op een transitievergoeding maar hun werkgever wordt gecompenseerd uit het Algemeen werkloosheidsfonds (Awf). Dit staat in een wetsvoorstel van minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid waarmee de ministerraad heeft ingestemd.

Vakbonden, werkgevers, coalitiepartijen en kabinet concludeerden in het voorjaar dat de doelen van de Wet werk en zekerheid (Wwz) breed worden gedragen, maar dat de wet op onderdelen aanpassing behoeft om die doelen te bereiken.

Zo zal de werkgever uit het Awf worden gecompenseerd voor de vergoeding die hij verschuldigd is bij het ontslag van een langdurig zieke werknemer. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de zorgen die er zijn over de optelsom van financiële verplichtingen voor langdurig zieke werknemers. Hier staat een verhoging van de uniforme Awf-premie tegenover.

Ook krijgen cao-partijen meer ruimte om af te wijken van de transitievergoeding die verschuldigd is bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Wel moet de cao voorzien in een redelijke financiële vergoeding of in voorzieningen die de kans op nieuw werk vergroten. Eerder dit jaar kregen de sociale partners al de mogelijkheid per cao af te wijken van de ketenbepaling bij seizoenswerk.

De ministerraad heeft ermee ingestemd het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State te zenden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

Bedrijfsadvocaat heeft zich gespecialiseerd in Arbeidsrecht voor zowel de werkgever als de werknemer. Arbeidsrecht is een dynamische wetgeving waarin met de mazen in de wet moet kennen. Wat kun je bijvoorbeeld doen als een werknemer ziek is en de werkgever wil de betaling van het salaris stoppen? Of als een werkgever wil dat zijn werknemer op een andere locatie gaat werken, maar deze weigert dat? Of als de werknemer schade oploopt door een ongeval op de werkvloer? De werknemer wil part-time gaan werken maar de werkgever heeft liever één full-timer dan twee part-timers?

Meestal denkt men dan gelijk aan ontslag. Er worden inderdaad veel procedures gevoerd over beëindiging van een arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer. Dat kan omdat er een conflict is ontstaan, maar ook omdat de werkenemer niet (meer) aan het functieprofiel voldoet of omdat zijn arbeidsplaats door een reorganisatie komt te vervallen. De werkgever kan dan op verschillende juridische manieren een einde aan de arbeidsovereenkomst maken. Via de weg van een ontslagvergunning van het UWV WERKbedrijf tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter, waarbij soms ook een “gouden handdruk” kan worden toegekend. Maar er is meer.

In al deze en nog veel meer andere situaties verleent bedrijfsadvocaat rechtsbijstand, van het opstellen en beoordelen van een arbeidsovereenkomst tot het begeleiden van een reorganisatie en van het voeren van onderhandelingen tot het voeren van procedures. Snel, effectief en efficiënt. Omdat we dit jaar al meer dan twintig jaar doen en de wet als geen ander kennen. Voor zowel de werkgever als de werknemer – wij zijn uw professional.

Bron: ANP _ Rijksoverheid.nl

Tien tips voor overname bedrijf!

Waar moet u aan denken als u een bedrijf overneemt?

Bij overname als verkoop van een bedrijf is het belangrijk goed onderzoek te verrichten. Een goede analyse van de activiteiten, financiën, bedrijfsresultaten, fiscale positie, vastgoed, werknemers, contracten, intellectuele eigendommen, klantrelaties, concurrentiebedingen, goodwill, royalties en contracten met leveranciers en nog veel meer.

Het kopen van een bedrijf kan natuurlijk veel voordelen bieden: u vergroot uw netwerk, u vergroot uw netwerk van bestaande klanten, u heeft bekwaam personeel en leveranciers waar u meteen mee verder kunt gaan. Maar het heeft ook nadelen en risico’s. De koopprijs is vaak veel hoger dan het starten van een eigen onderneming, er zitten verborgen kosten aan, hoe schat je goodwill op waarde enzovoorts. Bovendien moet u denken aan de verborgen gebreken, addertjes onder het gras en meer zaken die de vreugde vaak in de kiem smoort.

Daarom is het zo belangrijk om een goed Due Diligence onderzoek te doen door alle financiën en contracten door te nemen.

Bedrijfsadvocaat heeft een aantal tips op een rijtje gezet voor overname van een bedrijf:

1. Due Diligence
Als eerste dient u te kijken naar financiële informatie, zoals jaarrekeningen en grootboekrekeningen, informatie over de organisatie en de belangrijkste contracten. Denkt u bij dat laatste aan de statuten van de vennootschap, aandeelhoudersovereenkomsten, en dergelijke. Ook zult u notulen van recente aandeelhoudersvergadering en bestuursbesluiten willen inzien.

2. Management
Als koper zult u zich een beeld moeten vormen van het management van de onderneming: een overzicht van de bestuurders, management-team / dagelijks bestuur, en andere beslissingnemende organen binnen de organisatie. Deze informatie omvat ten minste de namen van iedereen met management- en beslissingsbevoegdheden. Ook moet u zicht hebben op zogenaamd key-personnel, de sleutelfiguren in de onderneming zonder wie een overname minder kans van slagen zou kunnen hebben.

3. Diverse overeenkomsten
Ten aanzien van algemene financiële informatie, geldt dat u ten minste moet kunnen inzien kredietovereenkomsten, leen- en financieringscontracten, verstrekte zekerheden (pand- en hypotheekrechten), toegekende subsidies, en garanties die de onderneming mogelijk verstrekt heeft. Daarnaast is het belangrijk inzage te krijgen in rekening-courantverhoudingen tussen de onderneming en haar aandeelhouders en/of directieleden. Tevens vraagt u een overzicht van de twintig belangrijkste klanten en leveranciers, en de contracten die met hen gesloten zijn.

Natuurlijk vraagt u naar de overeenkomsten die belangrijk zijn voor de bedrijfsvoering, zoals huurovereenkomsten, lease-contracten, en dergelijke. Wat is hun looptijd? Kunnen ze worden opgezegd? Contracten met bestuurders en essentiële werknemers scant u op de specifieke arbeidsvoorwaarden pensioentoezeggingen, en bepalingen die hen een gouden handdruk beloven bij change of control. Verder wilt u alle overeenkomsten die langer dan een jaar duren en/of niet zonder boete kunnen worden opgezegd, inzien.

4. Arbeidsvoorwaarden
Arbeidsvoorwaarden van het personeel geven interessante informatie (is er een cao van toepassing en wordt die nageleefd?). Dat geldt ook voor de verzekeringspolissen. Verder moet u weten of de onderneming gebonden is aan non-concurrentie of geheimhoudingsovereenkomsten.

5. Rechtzaken
Als u na het controleren van deze informatie en documenten nog steeds / nog meer interesse in aankoop van de onderneming hebt, wilt u nog wat dieper in de organisatie kijken. Het wordt dan belangrijk uit te vinden of de onderneming betrokken is bij rechtszaken, geschillen heeft met werknemers, en dergelijke. Onderzoek ook de standaard-arbeidsvoorwaarden van het personeel, bonus- en pensioenregelingen. Gelden er geheimhoudings- en non-concurrentiebedingen?

6. Vrijwaringen

Wij zien in onze praktijk als bedrijfsadvocaat dat verkopers soms, om een hogere koopprijs te ontvangen, kiezen voor een vrijwaring tegen een bepaalde claim, terwijl duidelijk is dat die vrijwaring ook zal worden gebruikt. In dat geval is het kiezen voor een vrijwaring niet meer dan een (soms kort) uitstel van een verlaagde koopprijs. Dat kan een keuze zijn, maar soms zijn er andere oplossingen mogelijk.

7. Earn out

Wij merken als bedrijfsadvocaat dat er na een overname veel wordt geprocedeerd over een ‘earn out’. Immers na de deal moet in de jaren erna de winst worden bepaald en daar verschillen partijen nogal eens van mening over hoe die moet worden bepaald. Als u dus voor een ‘earn out’ kiest is het belangrijk dat die goed wordt geformuleerd.

8. Activa/Passiva transactie of een koop van de aandelen

Soms is het als koper aantrekkelijk om te kiezen voor een overdracht van de Activa (ook wel ‘asset deal’ genaamd). U kunt alle vervelende passiva in het oude bedrijf laten zitten. Dan moet u wel goed nadenken of het personeel echt in het oude bedrijf blijft. Ook is het van belang dat een ‘asset deal’ meestal meer bewerkelijk is: alle activa moeten immers op de juiste manier worden overgedragen. Dit terwijl bij een koop van de aandelen dit niet nodig is.

9. Geheimhoudingsovereenkomst

Het kan zijn dat een concurrent van u doet alsof hij u wil overnemen, maar eigenlijk alleen maar bedrijfsinformatie wil gebruiken. Voor dat geval is het verstandig een geheimhoudingsovereenkomst te hebben waarbij een hoge boete staat op het gebruik van uw bedrijfsinformatie.

10. Professionals

Laat u begeleiden door professionals. Een bedrijf overnemen is geen gesneden koek. Goede adviseurs kosten wel wat meer, maar sluiten risico’s uit. Een fiscalist, goede accountant en bedrijfsadvocaat sluiten de belangrijkste risico’s uit.

Bedrijfsadvocaat heeft veel ervaring met overnames – zowel met de verkopende kant als de aankopende partij. Stel, u wilt uw onderneming verkopen. Hoe vindt u een goede partij die uw bedrijf wil voortzetten en hoe wordt vervolgens de echte bedrijfsovername geregeld? Op dit soort vragen kunt u hier antwoord krijgen: U kunt er meer over lezen, of u legt uw vraag aan ons voor.
Bij het vinden van een goede partij kunt u het beste een goed overdrachtsplan opstellen en een goede profielschets maken. Ook het up to date maken van uw bedrijf en het bekijken van de cijfers in uw branche geeft u een goed idee welke bedrijven er in aanmerking komen voor het overnemen van uw bedrijf. Zorg er voor dat u de juiste mensen ervan op de hoogte brengt zodat de overname niet als een verrassing komt.

Gespecialiseerd in bedrijfsovernames

Een bedrijfsovername is een ingewikkeld en tijdrovend proces. Een goede begeleiding door een Bedrijfsadvocaat die alle facetten van bedrijfsovernames beheerst is hierbij zeker geen overbodige luxe. Bedrijfsadvocaat houdt zich veelvuldig bezig met bedrijfsovernames en wij kunnen u ondersteunen bij alle facetten van het proces.
Een geslaagde bedrijfsovername begint met extensief voorbereidend werk, bijvoorbeeld door een due diligence procedure. Ook de verdere onderhandelingen en het formaliseren in contractsvorm moeten met de grootste zorgvuldigheid worden uitgevoerd, en dat is wat een Bedrijfsadvocaat voor u kan doen.

Samenwerking alvorens overname

U kan voorafgaand aan de bedrijfsovername eerst een intensieve samenwerking aangaan met het bedrijf dat uw onderneming wil overnemen. Hierdoor krijgt u goed idee wat deze organisatie allemaal doet en of het aansluit bij uw eigen bedrijfsprofiel. Middels een samenwerkingsovereenkomst kan u zorgen voor een goede bedrijfsovername. In deze samenwerkingsovereenkomst dient u duidelijk afspraken te maken en alle nodige onderwerpen te behandelen zodat de overname vloeiend kan verlopen. Ook weet het personeel middels een duidelijke samenwerkings-overeenkomst waar ze aan toe zijn.

Juridische en fiscale zaken

Om de verkoop van uw bedrijf goed te laten verlopen is het belangrijk dat de juridische en fiscale zaken goed worden geregeld. Het kan belastingtechnisch interessant zijn om de juridische structuur van uw bedrijf te veranderen. Er zitten namelijk grote verschillen in een overdracht van een BV of van bijvoorbeeld een eenmanszaak. Voor het afhandelen van het koopcontract kunt u eventueel een notaris inschakelen die u kan helpen met alle puntjes op de i te zetten. Daarbij kunnen wij u begeleiden. Zo weet u in ieder geval zeker dat u geen zaken over het hoofd ziet bij deze belangrijke overname.

Bron vermelding: Matchplan, bedrijfsadvocaat, kbgadvocaat, kvk, duedilligence.com, rechtblog.nl

Gewijzigde Ontslagregeling: een overzicht

We hebben het er al eerder over gehad: de ontslagregeling vat het inhoudelijk toetsingskader dat door het UWV wordt gehanteerd bij de beoordeling van ontslagaanvragen. Als gevolg van onder andere de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA), is de Ontslagregeling per 1 juli 2016 gewijzigd. Een overzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Gewijzigde Ontslagregeling: hierbij geven we een overzicht van Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,L.F. Asscher – De Staatscourant
ARTIKEL I

De Ontslagregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Uitbesteden werkzaamheden aan zelfstandigen

Indien de werkgever voornemens is werkzaamheden van een werknemer uit te besteden aan een persoon die deze werkzaamheden niet op basis van een arbeidsovereenkomst zal verrichten, is alleen sprake van een redelijke grond voor opzegging van de arbeidsovereenkomst als die persoon werkzaamheden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep en deze werkzaamheden zullen worden verricht door of namens een natuurlijke of rechtspersoon die is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

B

Artikel 9, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. waarop werknemers of personen, die geen werkzaamheden van tijdelijke aard verrichten gedurende ten hoogste 26 weken, werkzaam zijn:

1°. op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst, die binnen de redelijke termijn, bedoeld in artikel 10, eindigt;

2°. op basis van een uitzendovereenkomst;

3°. op basis van een arbeidsovereenkomst waarin de omvang van de arbeid niet is vastgelegd;

4°. die ter beschikking zijn gesteld, anders dan door een payrollwerkgever;

5°. die de in artikel 7, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet bedoelde leeftijd hebben bereikt; of

6°. anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst, tenzij deze werkzaamheden worden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, deze werkzaamheden worden verricht door of namens natuurlijke of rechtspersonen die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en het voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is dat deze werkzaamheden anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst worden verricht.

C

In artikel 10, eerste lid, wordt ‘tweede lid’ vervangen door: tweede en derde lid.

D

Artikel 14, vijfde lid, komt te luiden:

5.Indien een werknemer in meerdere gemeenten of bedrijfsvestigingen zijn werkzaamheden uitvoert wordt de werknemer bij de toepassing van het eerste en vierde lid toegerekend aan elk van die gemeenten of bedrijfsvestigingen voor het aantal uren waarin de werknemer in een gemeente of bedrijfsvestiging werkzaam is. Indien het aantal uren waarin de werknemer werkzaamheden uitvoerde in een gemeente of bedrijfsvestiging in een periode van ten hoogste zes maanden voorafgaand aan de peildatum, bedoeld in artikel 12, wisselend was, wordt uitgegaan van het gemiddelde aantal uren waarin de werknemer in een gemeente of vestiging werkzaam was in die periode.

E

In artikel 15, derde lid, vervalt: bij collectieve arbeidovereenkomst is overeengekomen dat.

F

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b vervalt: of.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. personen die werkzaamheden verrichten anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst, indien de werkzaamheden worden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, door of namens natuurlijke of rechtspersonen die zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, en het voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is dat deze werkzaamheden anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst worden verricht.

G

In artikel 18 vervalt: , onderdelen a tot en met c.

H

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1.Op een werkgever die deel uitmaakt van een groep zijn de artikelen 673a, tweede lid, en 673d van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing, indien de werkgevers die deel uitmaken van deze groep samen gemiddeld 25 of meer werknemers in dienst hadden in de tweede helft van het kalenderjaar, voorafgaand aan het kalenderjaar:

a. waarin voor de werknemer een verzoek om toestemming of een verzoek om ontbinding is ingediend; of

b. indien voor de beëindiging van een arbeidsovereenkomst een verzoek als bedoeld in onderdeel a, niet is vereist, waarin de arbeidsovereenkomst is opgezegd of van rechtswege eindigt en niet wordt voortgezet.

2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘de drie boekjaren voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet’ vervangen door: het boekjaar, bedoeld in het derde lid, en de twee daaraan voorafgaande boekjaren.

3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet’ vervangen door: , bedoeld in het derde lid,.

4. In het tweede lid, onderdeel c, wordt ‘dat eindigt voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voorgezet’ vervangen door: , bedoeld in het derde lid,.

5. Onder vernummering van het derde tot en met vijfde lid tot vierde tot en met zesde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

3.In het tweede lid, onderdelen a, b en c, wordt bedoeld het boekjaar, voorafgaand aan het boekjaar:

a. waarin het verzoek om toestemming of het verzoek om ontbinding wordt ingediend; of

b. indien voor de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een verzoek als bedoeld in onderdeel a, niet is vereist, waarin de arbeidsovereenkomst is opgezegd of van rechtswege eindigt en niet wordt voortgezet.

ARTIKEL II

1.De artikelen 14, vijfde lid, en 15, derde lid, van de Ontslagregeling, zoals deze luidden op 30 juni 2016 blijven van toepassing op een verzoek om:

a. toestemming voor opzegging of ontbinding van de arbeidsovereenkomst dat is ingediend voor 1 januari 2017 indien de peildatum, bedoeld in artikel 12, tweede lid, gelegen is voor 1 juli 2016;

b. ontbinding van de arbeidsovereenkomst dat is ingediend omdat de toestemming, bedoeld in onderdeel a, is geweigerd.

2.Indien een verzoek om toestemming voor opzegging of ontbinding is ingediend op of na 1 juli 2016 en de werkgever daarom heeft verzocht, blijft het eerste lid buiten toepassing ten aanzien van artikel 14, vijfde lid, of artikel 15, derde lid.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2016.

Den Haag, 23 juni 2016

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,L.F. Asscher

TOELICHTING

Algemeen

De wijziging van de Ontslagregeling betreft een aanpassing naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) en enkele andere wijzigingen.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en G

Door de Wet DBA is met ingang van 1 mei 2016 de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) afgeschaft. In verband hiermee wordt artikel 6 van de Ontslagregeling dat betrekking heeft op het uitbesteden van werkzaamheden aan zogenoemde echte zelfstandigen aangepast. In onderdeel c van dit artikel wordt als vereiste gesteld dat de persoon aan wie de werkzaamheden worden uitbesteed, beschikt over een VAR.

In plaats van de VAR wordt een systematiek geïntroduceerd waarbij belangenorganisaties van opdrachtgevers of belangenorganisaties van opdrachtnemers, en ook individuele opdrachtgevers of opdrachtnemers, overeenkomsten kunnen voorleggen aan de Belastingdienst, waarna de Belastingdienst bepaalt of een overeenkomst leidt tot een dienstbetrekking of niet. Partijen kunnen hieraan zekerheid ontlenen omtrent de loonheffingen. De Belastingdienst zal beoordeelde overeenkomsten (voor zover mogelijk) openbaar maken, zodat deze door andere opdrachtgevers en opdrachtnemers kunnen worden gebruikt. Daarmee is nog niet gezegd dat de opdrachtnemer ook werkzaamheden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep hetgeen vereist is voor opzegging van een arbeidsovereenkomst als gevolg van het uitbesteden van werkzaamheden. De regeling is hierop aangepast.

Op grond van de gewijzigde bepaling zal de werkgever in de eerste plaats aannemelijk moeten maken dat de werkzaamheden worden uitbesteed aan een persoon die de werkzaamheden niet op basis van een arbeidsovereenkomst verricht. Hij kan dat doen aan de hand van een vooraf door de Belastingdienst goedgekeurde en door partijen gesloten(model)overeenkomst. Als daarvan sprake is, zal bij de beoordeling hiervan worden uitgegaan. Bij het ontbreken daarvan zal de werkgever anderszins aannemelijk moeten maken dat de werkzaamheden niet op basis van een arbeidsovereenkomst worden verricht bijvoorbeeld aan de hand van de specifieke overeenkomst van opdracht. Tevens geldt als voorwaarde dat de betreffende persoon ingeschreven is bij de Kamer van Koophandel zoals dat nu ook al geldt.

Verder zal de werkgever aannemelijk moeten maken dat de opdrachtnemer een echte zelfstandige is, zoals dat thans ook het geval is. Elementen die dit aannemelijk kunnen maken zijn bijvoorbeeld dat door de opdrachtnemer jaarstukken worden opgemaakt voor de Belastingdienst, dat de opdrachtnemer in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf een gemiddeld aantal uren per jaar werkt dat vereist is om in aanmerking te komen voor fiscale zelfstandigenaftrek, dan wel dat hij gebruik maakt van de fiscale zelfstandigenaftrek. Andere elementen zijn dat de opdrachtnemer winst maakt, meer dan één opdrachtgever heeft, ondernemersrisico loopt, aantoonbaar aan acquisitie doet en zich naar buiten toe als zelfstandig ondernemer presenteert. Als de werkgever niet aannemelijk kan maken dat de opdrachtnemer werkzaamheden verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, wordt de persoon die de werkzaamheden van de werknemer die voor ontslag in aanmerking komt gaat verrichten niet als zelfstandige beschouwd, maar als schijnzelfstandige, ook als de werkzaamheden niet op basis van een arbeidsovereenkomst worden verricht. In dat geval is er geen redelijke grond voor ontslag.

Tenslotte, wanneer in de praktijk blijkt dat niet overeenkomstig de overeenkomst wordt gewerkt en de arbeidsrelatie feitelijk als een werkgever/werknemer relatie moet worden aangemerkt (en er dus sprake is van een arbeidsovereenkomst), dan kan een werknemer binnen 26 weken na opzegging of de datum van de ontbindingsbeschikking een beroep doen op de zogenoemde wederindiensttredingsvoorwaarde. Dit geldt ook als blijkt dat de persoon die de werkzaamheden is gaan verrichten niet werkzaam is in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep. De ontslagen werknemer kan de kantonrechter vragen de opzegging te vernietigen of, in geval van ontbinding herstel van de arbeidsovereenkomst, of een billijke vergoeding verzoeken.

In onderdeel G wordt een verwijzing naar artikel 6 aangepast.

Onderdeel B

In deze bepaling is verduidelijkt dat een arbeidsplaats van een werknemer met een tijdelijke arbeidsovereenkomst alleen dan wordt betrokken bij de beoordeling of herplaatsing van een met ontslag bedreigde werknemer mogelijk is als die arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt binnen de redelijke termijn voor herplaatsing.

Voorts werd in deze bepaling, ter nadere bepaling van wat moet worden verstaan onder ‘oproepcontract’, verwezen naar artikel 7:628a BW. Dit geeft niet voldoende duidelijkheid over welk onderdeel van dat artikel relevant is. Relevant is enkel of sprake is van een overeengekomen arbeidsduur. Als dat niet het geval is, oftewel de omvang van de arbeid is in zijn geheel niet vastgelegd, dan is sprake van een oproepcontract, waarbij de desbetreffende arbeidsplaats in aanmerking komt voor herplaatsing. Of de tijdstippen waarop de arbeid moet worden verricht al dan niet zijn vastgelegd is, anders dan voor het doel waarvoor artikel 7:628a is geschreven, niet relevant bij herplaatsing. Het betreffende onderdeel wordt aangepast zodat dit in overeenstemming wordt gebracht met deze bedoeling.

Verder is in deze bepaling verduidelijkt dat ook arbeidsplaatsen van werknemers die zijn ingeleend van bijvoorbeeld een andere vestiging betrokken dienen te worden bij de mogelijkheden tot herplaatsing, net zoals dat geldt voor arbeidsplaatsen van werknemers die van een andere werkgever zijn ingeleend.

Toegevoegd aan deze bepaling is dat ook een arbeidplaats van een AOW-gerechtigde werknemer betrokken dient te worden bij de hiervoor genoemde beoordeling.

Hetzelfde geldt ook voor de arbeidsplaats van degene die anders dan op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam is, tenzij de werkzaamheden worden verricht door een echte zelfstandige. De werkgever zal dit aannemelijk moeten maken op de wijze zoals hiervoor is toegelicht bij de wijziging van artikel 6. De werkgever dient daarbij tevens toe te lichten en aannemelijk te maken dat het uitbesteden van de werkzaamheden aan de zelfstandige ten dienste staat van een doelmatige bedrijfsvoering. Uit artikel 7:669 derde lid, onderdeel a, BW en de artikelen 5 en 6 van de Ontslagregeling vloeit voort dat alleen als aan deze vereisten is voldaan er een redelijke grond voor ontslag is wegens het uitbesteden van werkzaamheden aan een zelfstandige. Deze zelfde voorwaarden gelden derhalve bij de vraag of een dergelijke arbeidsplaats in aanmerking komt voor herplaatsing van de werknemer die voor ontslag in aanmerking komt.

Onderdeel C

In afwijking van artikel 7:672, tweede lid, BW geldt voor de werknemer die de Aow-gerechtigde leeftijd heeft bereikt een afwijkende opzegtermijn. In die situatie is die opzegtermijn ook de redelijke termijn, bedoeld in artikel 7:669, eerste lid, BW.

Onderdeel D

Het vijfde lid van artikel 14 regelt dat als het werk in één gemeente vervalt terwijl een medewerker zijn werkzaamheden in meerdere gemeenten uitvoert, uitgegaan wordt van de gemeente waar de werknemer het meest werkzaam was. Deze bepaling blijkt niet toepasbaar wanneer werkzaamheden van de werknemer in meerdere gemeenten vervallen, hetgeen in de praktijk vaak voorkomt. De bepaling wordt daarom als volgt aangepast. Wanneer werkzaamheden in één of meerdere gemeenten of bedrijfsvestigingen vervallen, wordt de werknemer aan die gemeenten of bedrijfsvestigingen toegerekend voor het aantal uren dat hij in de betreffende gemeenten of bedrijfsvestigingen werkt. Fluctueert het aantal uren waarin de werknemer in de verschillende gemeenten of bedrijfsvestigingen werkt, dan vindt deze toerekening plaats op basis van het gemiddeld aantal gewerkte uren in de periode van ten hoogste zes maanden voorafgaand aan de peildatum. Daarbij wordt uitgegaan van de periode waarin sprake was van wisselende uren. Derhalve wordt van een periode korter dan zes maanden uitgegaan, indien gedurende een kortere periode voorafgaand aan de peildatum sprake was van wisselende uren of indien de werknemer korter dan zes maanden in een gemeente of bedrijfsvestiging werkzaam is.

Het moet gaan om structurele werkzaamheden in verschillende gemeenten of bedrijfsvestigingen. Incidentele werkzaamheden in een andere bedrijfsvestiging of gemeente blijven buiten beschouwing.

Onderdeel E

Het vereiste van een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) komt te vervallen omdat in de praktijk is gebleken dat dit tot onredelijke uitkomsten leidt. Het doet zich regelmatig voor dat er geen sprake is van een cao waarin het employability-beleid van een groep is geregeld, bijvoorbeeld in een cao die geldt voor de bedrijfstak of branche, terwijl een dergelijk beleid wel op andere wijze is vastgelegd. Hierdoor worden eerdere dienstverbanden van werknemers binnen dezelfde groep niet meegeteld bij de berekening van de duur van het dienstverband waardoor zij eerder voor ontslag zullen worden voorgedragen dan wanneer daar wel rekening mee wordt gehouden. Dat is ongewenst.

Onderdeel F

In artikel 7:671a, vijfde lid, BW is geregeld dat de toestemming om een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd op te zeggen vanwege bedrijfseconomische redenen onder andere slechts wordt verleend als de werkgever de arbeidsrelatie heeft beëindigd met personen die niet op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd werkzaam zijn op arbeidsplaatsen die vervallen (zie onderdeel a van het vijfde lid). Dat betreft bijvoorbeeld werknemers met een tijdelijke arbeidsovereenkomst maar ook opdrachtnemers, al dan niet echte zelfstandigen. In het zevende lid van dit artikel is geregeld dat bij ministeriële regeling beperkingen kunnen worden aangebracht op deze regel.

Dat is gebeurd in artikel 17 van de Ontslagregeling. Aan dit artikel wordt een onderdeel d toegevoegd waarin een beperking wordt aangebracht als het gaat om echte zelfstandigen (dus niet ook voor andere opdrachtnemers). Die beperking is dat als zij nodig zijn voor een doelmatige bedrijfsvoering, de arbeidsrelatie met hen niet hoeft te worden beëindigd. De werkgever zal wel aannemelijk moeten maken dat dit het geval is.

Onderdeel H

Op grond van artikel 24, tweede lid, dienen stukken over één of meer boekjaren voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst eindigt of niet wordt voortgezet te worden aangeleverd met het oog op de beoordeling van de financiële situatie van de werkgever. Bij een verzoek om toestemming of ontbinding ingediend aan het einde van een boekjaar, kan het zich voordoen dat de arbeidsovereenkomst pas in het daaropvolgende boekjaar eindigt. In dat geval zouden er stukken over het nog lopende boekjaar aangeleverd moeten worden, hetgeen niet mogelijk is. Om deze reden wordt nu uitgegaan van het boekjaar of de boekjaren voorafgaand aan het boekjaar waarin het verzoek om toestemming of ontbinding wordt ingediend. Voor arbeidsovereenkomsten die zonder toestemming of ontbinding eindigen wordt wel het boekjaar voorafgaand aan het boekjaar waarin de arbeidsovereenkomst wordt opgezegd of niet wordt voortgezet gehanteerd. Er wordt daarbij aangesloten bij artikel 673d, eerste lid, waar op dezelfde wijze naar voorafgaande jaren wordt verwezen.

De formulering van het eerste lid wordt in lijn gebracht met de nieuwe formulering van het tweede en derde lid (nieuw). Inhoudelijk is hiermee geen wijziging beoogd aan te brengen.

Artikel II

Omdat er in lopende of aanstaande verzoeken om toestemming om arbeidsovereenkomsten te beëindigen, reeds uitgegaan zal zijn van artikel 14, vijfde lid, en artikel 15, derde lid, is geregeld dat deze artikelleden, zoals deze luidden, nog zes maanden na inwerkingtreding van toepassing blijven indien de peildatum is gelegen voor de dag van inwerkingtreding van deze regeling. Daarmee wordt tevens geregeld dat op verzoeken die zijn ingediend voor 1 juli 2016 het oude recht van toepassing blijft omdat in die gevallen de peildatum uiteraard voor 1 juli 2016 ligt.

Tevens is geregeld dat de gewijzigde artikelleden – voor op of na 1 juli 2016 in te dienen verzoeken om toestemming – gedurende deze overgangsperiode worden toegepast als de werkgever daarom verzoekt. Dit geldt voor verzoeken om toestemming voor opzegging of voor ontbinding, en tevens voor verzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst die worden gedaan nadat de toestemming is geweigerd (alsook in hoger beroep en beroep in cassatie).

Indien de werkgever dit verzoek ten aanzien van artikel 14, vijfde lid, of artikel 15, derde lid, of beide artikelleden heeft gedaan, dan is het desbetreffende gewijzigde artikellid van de Ontslagregeling van toepassing op het verzoek om toestemming of ontbinding, maar ook in de situatie waarin de werkgever de rechter verzoekt de arbeidsovereenkomst te ontbinden nadat het verzoek om toestemming is afgewezen (alsook in hoger beroep en beroep in cassatie). In dat geval blijft artikel II buiten toepassing.

Gewijzigde Ontslagregeling: een overzicht

Bron: De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,L.F. Asscher – De Staatscourant – Recht.nl

Zou u ook eens willen weten wat dit voor u betekent? We kunnen ons voorstellen dat het onduidelijk is en dat u er niet uitkomt gezien uw huidige omstandigheden of zakelijke situatie. Kom dan eens langs en bespreek het met een van onze advocaten – wij zitten klaar om u bij te staan en u te adviseren wat het beste is in uw belang.

Zorgplichten van Nederlandse ondernemingen inzake internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen

In dit rapport wordt verslag gedaan van de zoektocht naar antwoorden op de vraag op welke manier en in hoeverre er in de Nederlandse wet en/of jurisprudentie een zorgplicht van Nederlandse vennootschappen ten aanzien van MVO is geregeld dan wel toegepast en in hoeverre de huidige stand van zaken wat dat betreft zich verhoudt tot de UN Guiding Principles on Business and Human Rights en tot de stand van zaken in de ons omringende landen. Zorgplichten van Nederlandse ondernemingen inzake internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen.

Conform de nadruk die de laatste jaren niet alleen in Nederland maar ook op EU-niveau en in internationaal verband gelegd wordt op maatschappelijk verantwoord ondernemen in een internationale context, ligt de focus van dit onderzoek op zorgplichten van Nederlandse ondernemingen in het kader van IMVO. Het is juist in deze internationale context, waar het draait om de mogelijke negatieve gevolgen van de activiteiten van in Nederland gevestigde internationaal opererende ondernemingen – of van hun buitenlandse dochtermaatschappijen of ketenpartners – op mens en milieu in gastlanden, dat de meest prangende juridische vragen bestaan rond het bestaan en de reikwijdte van zorgplichten.

Avincie deelt hier het rapport met u en zou u wel eens willen weten wat het precies voor uw onderneming of internationale vestiging betekent? Onze juridisch specialisten en advocaten zitten klaar om uw vragen te beantwoorden en mee te denken:

Bel voor een afspraak of kom langs in ons pand op de locatie in de Oude Haven / Maasboulevard in Rotterdam.

Wij helpen u verder en zijn goed bereikbaar van 09.00 tot 21.00 uur omdat ondernemen nooit stopt.

CONTACT:

Oudehoofdplein 4, 3011 TM Rotterdam

010 4777755

010 4780909

info@avinci.nl

www.avinci.nl

VOLG ONS:

Twitter Facebook Linkedin

Avinci Advocaten – uw partner in juridische zaken

Bronvermelding: WODC.nl recht.nl

ondernemen, vastgoed, Rotterdam, Brielle, recht, mogelijkheden, juridisch, advies, vereniging van eigenaren, rechten, plichten, lasten.

Tips levering- en inkoopvoorwaarden!

Een paar weken geleden is V&D failliet verklaard, de keten die niet weg te denken was uit de grote winkelstraten, is niet meer. 10.000 Mensen op straat, vele leveranciers gedupeerd en kleine leveranciers dreigden zelfs met omvallen. Dit geeft stof tot nadenken want hoe is het met uw bedrijf gesteld? Bent u afhankelijk van een grote afnemer – en zo ja, hoe is het dan met uw levering- en inkoopvoorwaarden gesteld? Avinci Advocaten geeft u een aantal tips vanuit het nieuwe zakendoen en uit ervaring van collega’s door om levering- en inkoopvoorwaarden op te stellen – en te updaten.

Tips levering- en inkoopvoorwaarden!

1. Betalingsvoorwaarden. Evalueer uw positie en/of die nog accuraat is gezien de huidige economische omstandigheden. Wat zijn uw betalingsvoorwaarden, wat is uw termijn? Werkt u met een incassobureau of wacht u netjes af totdat de leverancier betaalt om de relatie niet te verstoren? En is het niet beter (een gedeelte) vooraf te laten betalen? Bespreek het intern en kijk wat uw branche en concurrentie doet.

2.. Eigendomsvoorbehoud.

Partijen kunnen overeenkomen dat de eigendom van geleverde goederen pas wordt overgedragen op het moment dat er betaald is. Vaak zal dit de verkoper een grote mate van zekerheid geven. Dit hoeft echter niet altijd zo te zijn! Als geleverde goederen worden verwerkt of vermengd kan in bepaalde gevallen het eigendom alsnog teniet gaan.

3. Moment van betaling en eigendomsoverdracht

Zodra de eigendom van goederen is overgedragen aan de afnemer, verliest de leverancier een belangrijke zekerheid tot betaling. Zodra u de eigendom heeft overgedragen aan uw afnemer, verliest u uw verhaalsmogelijkheden. Indien de afnemer failliet gaat voordat betaling heeft plaatsgevonden is de leverancier slechts een concurrente schuldeiser.

4. Transportkosten en risico-overgang

Als u spullen levert of afneemt heeft u niet alleen met de koopprijs te maken. Transport, verzekeringen en mogelijke douaneformaliteiten kunnen voor onverwachte bijkomende kosten zorgen. Daarnaast is het erg belangrijk om duidelijk af te spreken op welk moment het risico van het transport overgaat van de leverancier op de afnemer. Dit moment hoeft immers niet gelijktijdig met de eigendomsoverdracht te zijn.

5. Toepasselijk recht

Het is niet altijd even duidelijk welk recht van toepassing is op een internationaal transport. Een rechtskeuze is voor veel geschillen de oplossing, maar zeker niet in alle. Zo kan buitenlands recht de werking van een rechtskeuzebeding verhinderen. Daarnaast kan het voorkomen dat er meerdere verschillende rechtskeuzes zijn gemaakt in meerdere toepasselijke algemene voorwaarden. Als blijkt dat er buitenlands recht op de overeenkomst van toepassing is, kan dit bij conflicten leiden tot zeer hoge juridische kosten met een onverwachte uitkomst. Door bij het opstellen van contracten grondig te werk te gaan, kan u in veel gevallen ongewenste verrassingen voorkomen.

6. INCOTERMS

Juist omdat er zoveel verschillende inkoopvoorwaarden kunnen worden gemaakt, is er een internationale standaard voor ontwikkeld: INCOTERMS. Dit zijn 3-letterige afkortingen die veelvuldig in contracten en algemene voorwaarden worden opgenomen. Elke verschillende INCOTERM brengt verschillende rechten en verplichtingen voor afnemer en leverancier met zich mee. De meest bekende zijn EXW en DDP. Een lettercombinatie DDP betekent onder andere dat de eigendom van geleverde spullen pas overgaat op de afnemer als ze bij hem voor de deur zijn bezorgd. Bij EXW gaat daarentegen de eigendom en het risico al op de koper over op het moment dat de vracht het magazijn van de verkoper heeft verlaten.Producten die ze vroeger bij een warenhuis als V&D kochten, schaffen ze nu bovendien vaak via internet aan. ‘Je zou het aantal filialen van V&D kunnen terugbrengen van 67 naar 27, en veel meer online verkopen’, zegt Van der Pijl. En in de winkels die overblijven? ‘Bijvoorbeeld op gebied van kleding een basislijn met maten neerleggen en een groot touchscreen ophangen voor bezoekers waarmee ze die producten rechtstreeks bij de fabrikant kunnen bestellen. Maar ik zie dat allemaal niet gebeuren. Bij V&D hebben ze echt geen idee wie hun klanten zijn, en de wil ontbreekt om erachter te komen.’

Wilt u ook eens weten waar u aan toe bent en of uw levering- en inkoopvoorwaarden nog accuraat zijn? Bel voor een afspraak of kom langs in ons pand op de locatie in de Oude Haven / Maasboulevard in Rotterdam.
Wij helpen u verder en zijn goed bereikbaar van 09.00 tot 21.00 uur omdat ondernemen nooit stopt.

CONTACT:

Oudehoofdplein 4, 3011 TM Rotterdam
010 4777755
010 4780909
info@avinci.nl
www.avinci.nl
VOLG ONS:

Twitter Facebook Linkedin

Avinci Advocaten – uw partner in juridische zaken

Tips levering- en inkoopvoorwaarden
Bron vermelding: Nu.nl, Dhr Christiaan Mensink GMW Advocaten, Maatwerk jurist.

Goed opgebouwd personeelsdossier

U bent nooit klaar met ondernemen – dat maakt het ook zo leuk. U heeft dromen, u heeft een visie en wilt uw onderneming en bedrijf zo goed mogelijk laten groeien. Nieuwe klanten binnen halen, nieuwe producten ontwikkelen, een goed team neerzetten, ambities waarmaken en doen wat u leuk vindt. Ondernemen betekent ook risico’s nemen, dat is onvermijdelijk. Op die momenten zorgen wij dat juridisch alles klopt. Zo informeren wij u preventief en adviseren we af en toe ruggespraak te houden of alle contracten nog rechtsgeldig zijn.

Regelmatig komen we geschillen tegen in arbeidszaken. Er is ook nogal wat veranderd per 1 juli 2015 en de rechter kijkt heel kritisch naar de beweegreden voor ontslag. Vanaf eerder genoemde datum staan alle ontslagcriteria in de wet. Als u een werknemer wilt ontslaan, moet u kiezen welke ontslaggrond u gebruikt. De rechter zal de door u aangedragen ontslagreden(en) streng toetsen. U moet aan de hand van een goed opgebouwd personeelsdossier kunnen aantonen waarom u een werknemer precies wilt ontslaan. Zonder dit dossier heeft uw weinig kans van slagen.

In de praktijk

Hoe ziet een goed personeeldossier eruit en hoe bouw je dat op? Plan met regelmaat (minimaal twee x per jaar) een evaluatie gesprek met uw werknemers. Ga in gesprek te gaan over zijn of haar functioneren en maak daar een verslag van. Bij voorkeur laat u de werknemer het verslag tekenen voor akkoord. Wil hij dat niet, laat hem dan tekenen voor ontvangst. Zet hier de verbeter punten in en de tijdsduur waarin het gerealiseerd moet worden. Als de werknemer tussentijds een overtreding begaat, zoals te laat komen, moet u een schriftelijke waarschuwing geven. Zorg ervoor dat u kunt aantonen dat de werknemer die heeft ontvangen. Ook dit hoort bij de dossieropbouw.

Op de eerste plaats om een positief signaal af te geven richting goed functionerende werknemers.

Op de tweede plaats omdat onder de wet Werk en Zekerheid bovengemiddeld functionerende werknemers voortaan buiten het afspiegelingsproces kunnen worden gehouden in geval van collectief ontslag.

Op de derde plaats vergroot een goed opgebouwd dossier de kans op een succesvol ontslagtraject in geval van een slecht functionerende werknemer. Tot de inwerkingtreding van het nieuwe ontslagstelsel uit de wet Werk en Zekerheid (1 juli 2015) kunnen daardoor aanzienlijke (ontslag)kosten worden bespaard. Met de inwerkingtreding van de wet Werk en Zekerheid zal dit bovendien essentieel worden om de arbeidsovereenkomst met een slecht functionerende werknemer eenzijdig te kunnen beëindigen.

Het algemene belang van dossieropbouw vanuit een positieve insteek is daarnaast dat iemands loopbaan wordt vastgelegd en zichtbaar wordt. Met name door wisseling van leidinggevenden zal de lijn in iemands loopbaan zonder dossieropbouw namelijk weg zijn. Daarnaast kunnen negatieve beslissingen, zoals het mislopen van promotie, disciplinaire maatregelen of disfunctioneren worden vastgelegd. Dit voorkomt blunders zoals het aanbieden van werk waarvan eerder is geconstateerd dat de werknemer daarvoor niet geschikt is, een doorgroei die niet past, of een risicovolle benoeming. Dossieropbouw dient dus niet slechts om tot ontslag te (kunnen) komen. Onder de Wet Werk en Zekerheid wordt een goede dossieropbouw in dat kader echter wel zeer belangrijk.

Basisprincipes
Voordat wordt ingegaan op het inhoudelijke deel van dossieropbouw, waaronder een 5-stappenplan, is het belangrijk om de randvoorwaarden vast te stellen:

De primaire verantwoordelijkheid voor dossieropbouw ligt bij het management. De HR- of P&O-adviseur kan daarbij adviseren en zorgen voor de schriftelijke uitwerking.
Dossieropbouw dient plaats te vinden op basis van objectiviteit (feiten, omstandigheden en bewijs). Het lijkt wellicht lonend om zaken juist subjectief weer te geven, maar zoals uit een uitspraak van de Kantonrechter Dordrecht d.d. 13 februari 2009 blijkt, zal dat juist een ‘sta-in-de-weg’ kunnen zijn bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Er dient een duidelijke verslaglegging van afspraken en maatregelen plaats te vinden. Het verdient aanbeveling om hiervoor een vast format te gebruiken.
De werknemer dient verslagen voor akkoord te ondertekenen. Indien de werknemer dat weigert kan hem verzocht worden om te tekenen voor ontvangst. Indien de werknemer ook dat weigert, moet het verslag per aangetekende post met ontvangstbevestiging aan de werknemer worden verzonden.
Het is nooit te laat om met dossieropbouw te beginnen. Het opbouwen van een goed dossier zal wel enige tijd in beslag nemen.
Details die in de verslaglegging dienen terug te komen zijn onder meer: data, gebeurtenissen, functiebenamingen, namen, tijden, jaartallen.
Gegevens verouderen niet, maar na het verstrijken van de tijd kan er niet altijd meer een beroep op worden gedaan (‘oude koeien’).
Aanvang van de arbeidsrelatie

Een personeelsdossier wordt aangelegd bij het sluiten van een arbeidsovereenkomst. Alle belangrijke documenten die zien op de arbeidsrelatie (waaronder bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomst), worden hierin bewaard. Voor wat betreft de opbouw van een dossier is met name ook een functieomschrijving relevant. Daaruit volgt namelijk wat de functie-eisen zijn waaraan een werknemer moet voldoen. Te denken valt aan opleidingseisen, taakstelling, productie- en kwaliteitsnormen. Het verdient aanbeveling in de arbeidsovereenkomst naar de functieomschrijving te verwijzen en deze (ook) als bijlage aan te hechten.

Herplaatsing

Tegenwoordig is het niet zo makkelijk om een verzoek voor ontslag in te dienen. De rechter vraagt altijd of er een mogelijkheid is om de werknemer binnen een redelijk termijn in een andere functie te plaatsen. Eventueel met behulp van scholing.

Goed opgebouwd personeelsdossier
Goed opgebouwd personeelsdossier
Arthur Hansen heeft ontzettend veel ervaring met arbeidsrecht en treedt vaak op voor de ontslagen partij en voor de partij die het ontslag invoert – daardoor kent hij als geen ander het verhaal van twee kanten en weet slim te adviseren.

Bel snel voor een afspraak of kom langs in ons pand op de locatie in de Oude Haven / Maasboulevard in Rotterdam.

Wij helpen u verder en zijn goed bereikbaar van 09.00 tot 21.00 uur omdat ondernemen nooit stopt.

CONTACT:

Oudehoofdplein 4, 3011 TM Rotterdam
010 4777755
010 4780909
info@avinci.nl
www.avinci.nl
VOLG ONS:

Twitter Facebook Linkedin

Avinci Advocaten – uw partner in juridische zaken