Category Archives: Actueel

Concernkrediet: afspraken met betrekking tot onderlinge draagplicht

Bij het aantrekken van krediet door een concern is het van belang om niet alleen goede afspraken te maken met de financier (zoals met betrekking tot terugbetaling van het krediet), maar ook tussen de concernvennootschappen onderling (zoals met betrekking tot de onderlinge/interne draagplicht).
Indien onderling geen goede afspraken gemaakt worden kan dit vervelende en zwaarwegende consequenties hebben, bijvoorbeeld bij faillissement van één der vennootschappen.

Vrijwel altijd kan de financier iedere groepsvennootschap afzonderlijk aanspreken voor terugbetaling van het gehele krediet. Deze zogeheten “hoofdelijkheid” moet dan wel overeengekomen zijn.

De groepsvennootschap die aangesproken wordt door de financier en het krediet moet terugbetalen, kan vervolgens op de andere groepsvennootschappen verhaal nemen voor dat gedeelte dat zij meer betaald heeft dan haar aandeel in de schuld. Dit heet regres.

Hoe stel je nu vast of een vennootschap meer betaald heeft dan het gedeelte van de schuld dat haar aanging en of en voor welk bedrag zij regres mag nemen? Kortom, hoe wordt deze zogeheten onderlinge (of interne) draagplicht precies vastgesteld?

Er moeten bij het vaststellen van de onderlinge draagplicht twee situaties onderscheiden worden, namelijk of er wel of niet afspraken zijn gemaakt tussen de groepsvennootschappen ten aanzien van de onderlinge draagplicht.

Situatie 1: Er zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de onderlinge draagplicht

Bij het aangaan – en overigens ook na het afsluiten van het krediet – kunnen tussen de groepsvennootschap onderling afspraken gemaakt worden over (de afstand van) regres en de interne draagplicht. Deze afspraken zijn dan leidend.

Als bijvoorbeeld drie vennootschappen € 300.000,00 lenen van een financier en onderling afspreken dat de onderlinge draagplicht gelijk is, dan kan de vennootschap die het krediet van

€ 300.000,00 uiteindelijk terugbetaalt aan de financier, van de andere twee vennootschappen betaling van ieder € 100.000,00 verlangen.

Hierbij maakt het niet uit dat het volledige krediet van € 300.000,00 wellicht door één van de drie vennootschappen volledig gebruikt is: bepalend is zoals gezegd de gemaakte afspraak.

Situatie 2: Er zijn geen afspraken gemaakt met betrekking tot de onderlinge draagplicht

Zijn er geen afspraken gemaakt over de interne draagplicht van de concernfinanciering, dan moet volgens de Hoge Raad (HR 13 juli 2012, JOR 2012/306 Jansen q.q./JSV Beheer) de vraag of en in welke mate de concernschuld een vennootschap aangaat, worden vastgesteld aan de hand van het profijtbeginsel.

Dit beginsel houdt in dat, kort gezegd, nagegaan moet worden wie de lening of het krediet heeft gebruikt of te wier beschikking de lening of het krediet gekomen is.

Dat de vaststelling hiervan allerminst eenvoudig is, bewijst een recente uitspraak van de Rechtbank Den Haag.

In deze zaak werd een bedrag van in totaal € 30.000,00 geleend door Rabobank aan drie vennootschappen. Alle vennootschappen waren hoofdelijk aansprakelijk voor terugbetaling van het krediet en er waren geen afspraken gemaakt ten aanzien van de onderlinge draagplicht.

Eén van de vennootschappen gaat failliet en de financier verrekent zijn openstaande vordering met het creditsaldo op de bankrekening van deze vennootschap ter grootte van ongeveer € 28.000,00. Feitelijk komt het er dus op neer dat de gefailleerde vennootschap een bedrag van € 28.000,00 terugbetaalt.

De curator van de gefailleerde vennootschap spreekt vervolgens één van de niet-gefailleerde vennootschappen aan tot betaling van € 28.000,00 aan hem omdat hij van mening is dat de schuld aan Rabobank niet de gefailleerde vennootschap aanging, maar de niet-gefailleerde vennootschap.

Hij is die mening toegedaan omdat het geldbedrag – conform afspraak – weliswaar door de financier overgeboekt is op een bankrekening van de later gefailleerde vennootschap, maar vervolgens doorbetaald is aan de niet-gefailleerde vennootschap (en dus aan deze vennootschap ten goede gekomen zou zijn).

De niet-gefailleerde vennootschap betwist dit en stelt dat het bedrag op haar beurt doorgeboekt is naar de derde concernvennootschap, die vervolgens opstartkosten voor de niet-gefailleerde vennootschap betaald zou hebben.

De rechtbank heeft in deze zaak nog geen eindvonnis gewezen. Zij stelt partijen in de gelegenheid om hun stellingen nader te onderbouwen. De uitspraak illustreert echter hoe belangrijk het is om duidelijke afspraken te maken met betrekking tot de onderlinge draagplicht.

Bij het aantrekken van krediet door een concern is het van belang om niet alleen goede afspraken te maken met de financier (zoals met betrekking tot terugbetaling van het krediet), maar ook tussen de concernvennootschappen onderling (zoals met betrekking tot de onderlinge/interne draagplicht).

Indien namelijk onderling geen goede afspraken gemaakt worden – bij het aantrekken van het krediet of gedurende de looptijd van de lening – kan dit vervelende en zwaarwegende consequenties hebben, bijvoorbeeld bij faillissement van een van de concernvennootschappen.

Het kan in een uiterste geval zelfs tot gevolg hebben dat alle concernvennootschappen failliet gaan, terwijl de bedoeling van het werken met verschillende vennootschappen nu juist waarschijnlijk was om risico’s te minimaliseren.

Het is daarom van belang u bij het aantrekken van krediet – maar ook bij een herstructurering – goed te laten adviseren.

Uw bedrijf moet niet alleen intern de zaken goed georganiseerd hebben, minstens zo belangrijk is de samenwerking met degenen buiten uw bedrijf. Avinci Advocaten kan u bijstaan als u vragen of problemen heeft met betrekking tot dealerovereenkomsten, distributie-contracten, importcontracten, samenwerkingsover-eenkomsten en joint ventures, en alle andere voorkomende (internationale) handelscontracten.

Wilt u uw eigen bedrijf starten of groeit uw bedrijf exponentieel? Dan is het zaak om met Avinci Advocaten alle contracten en risico’s door te nemen, evenals bij nieuwe ZZP-contracten, samenwerkingsverbanden en overeenkomsten.

Ook bij “slecht weer” kunt u een beroep op Avinci Advocaten. Een reorganisatie heeft immers niet alleen gevolgen voor de bedrijfsvoering, maar ook op juridisch gebied is het raadzaam om losse draadjes te voorkomen, zodat er later geen rafels kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor de uittreding van partners uit het bedrijf. De belangen van de onderneming en de partners zijn dan niet altijd meer dezelfde. Het is dan zaak om tot een snelle en duidelijk oplossing te komen die recht doet aan de belangen van alle partijen.

Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan

Mag een arbeidsovereenkomst gedeeltelijk worden ontbonden of op een andere manier beëindigd?  Hoge Raad: gedeeltelijk einde arbeidsovereenkomst mag.

Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan

Werknemers die geconfronteerd worden met een ontslagverzoek bij de kantonrechter krijgen meer mogelijkheden om althans volledig ontslag te voorkomen. Dit brengt een enorme flexibiliteit in het ontslagrecht.”

Situatie:

De werkneemster werkt bij een schoonmaakbedrijf. Zij maakt schoon op twee locaties, elk voor 10 uur per week.

De zaak gaat om het ontslag van de schoonmaakster, die na overplaatsing wegens sluiting van een van haar werklocaties, in conflict raakte over onder meer de reisafstand.

Wat zegt de kantonrechter?

De kantonrechter heeft de verzoeken van de werkgever om de arbeidsovereenkomst te ontbinden afgewezen. Volgens de kantonrechter heeft de werkneemster niet verwijtbaar gehandeld en is er ook geen duurzaam verstoorde arbeidsverhouding, zodat er geen redelijke grond is voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan

Wat zegt het hof?

Het hof heeft de beschikking van de kantonrechter vernietigd en bepaald dat de arbeidsovereenkomst per 1 augustus 2018 eindigt en de werkgever veroordeeld om aan de werkneemster de wettelijke transitievergoeding te betalen.

Verwijtbaar handelen

Het hof overweegt als volgt:

Het feit dat geen invulling kan worden gegeven aan (het resterende deel van) de arbeidsovereenkomst is te wijten aan de houding van de werkneemster, waarbij die houding moet worden gekwalificeerd als verwijtbaar handelen of nalaten.

Herplaatsing ligt daarbij niet in de rede, gelet op de opstelling van de werkneemster en de beschikbare objecten binnen een straal van 30 kilometer vanaf het woonadres van de werkneemster.

De werkneemster heeft nog bepleit de arbeidsovereenkomst slechts gedeeltelijk te doen eindigen. De arbeidsovereenkomst is echter ondeelbaar, zodat dit verzoek wordt afgewezen.

De kantonrechter heeft ten onrechte het verzoek van de werkgever afgewezen, aldus het hof.

Wel transitievergoeding

Het hof heeft het subsidiaire verzoek van de werkneemster om toekenning van de transitievergoeding toegewezen. De handelwijze van de werkneemster kan haar weliswaar verweten worden, maar volgens het hof is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet het gevolg van ernstig verwijtbaar handelen van de werkneemster.

Daarbij is volgens het hof van belang dat de werkgever voorafgaande aan de beschikking van de kantonrechter vooral is blijven aansturen op plaatsing van de werkneemster op de betreffende locatie, ondanks de bekende vervoersproblemen en beperkingen van de werkneemster. Het schoonmaakbedrijf is pas na de beschikking van de kantonrechter zich de belangen van de werkneemster voldoende gaan aantrekken en serieus andere opties gaan onderzoeken.

Wat zegt de Hoge Raad?

Onderdeel 1 van het middel is gericht tegen hof’s oordeel dat het hof de arbeidsovereenkomst niet gedeeltelijk kan beëindigen omdat de arbeidsovereenkomst ondeelbaar is.

De wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst voorziet niet in gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

Commissie Borstlap: maak deeltijdontslag mogelijk

Het gaat op dit moment de rechtsvormende taak van de Hoge Raad te buiten om te voorzien in de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Dit geldt temeer nu het kabinet de Commissie Regulering van Werk heeft ingesteld om advies te geven over de veranderende  arbeidsmarkt en de gevolgen die dit kan hebben voor de regelgeving. De commissie doet in het eindrapport voorstellen om gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst mogelijk te maken.

Gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst?

Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan

De Hoge Raad overweegt als volgt:

Dat de arbeidsovereenkomst niet gedeeltelijk kan worden ontbonden, betekent niet dat een arbeidsovereenkomst door of op initiatief van partijen op andere manieren gedeeltelijk kan worden beëindigd.

  1. Partijen kunnen schriftelijk overeenkomen de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk te beëindigen.
  2. Niet uitgesloten is dat een algeheel ontslag wordt gevolgd door een nieuwe, aangepaste arbeidsovereenkomst.
  3. En dat de arbeidsovereenkomst gedeeltelijk wordt ontbonden op grond van een tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst.
  4. Daarnaast kan de werknemer op grond van de in het arrest Stoof/Mammoet geformuleerde maatstaf gehouden zijn in te stemmen met een voorstel van de werkgever tot wijziging van de arbeidsovereenkomst, dat in resultaat neerkomt op een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
  5. Bovendien kan de werkgever op grond van de Wet flexibel werken of op grond van goed werkgeverschap gehouden zijn met een daartoe strekkend voorstel van de kant van de werknemer in te stemmen.

In de hiervoor genoemde gevallen is sprake van een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Daarbij kan in de hiervoor onder 2, 4 en 5 genoemde gevallen wettelijk aanspraak bestaan op een gedeeltelijke transitievergoeding:

  • als is voldaan aan de vereisten die art. 7:673 BW (overlijden of duurzame arbeidsongeschiktheid) stelt;
  • als door omstandigheden gedwongen tot gedeeltelijke beëindiging is overgegaan; en
  • als de gedeeltelijke beëindiging een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd van de werknemer betreft.

Dit laatste doet zich voor bij een vermindering van de arbeidstijd met minstens twintig procent die naar redelijke verwachting blijvend zal zijn.

Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan
Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan

Goed werkgeverschap

Een arbeidsovereenkomst kan onder meer gedeeltelijk worden beëindigd doordat de werkgever op grond van goed werkgeverschap moet instemmen met een voorstel van de werknemer tot wijziging van de arbeidsovereenkomst, dat neerkomt op een gedeeltelijke beëindiging daarvan.

Een dergelijk voorstel tot wijziging van de arbeidsovereenkomst kan door de werknemer ook worden gedaan in het kader van een ontbindingsprocedure waarin de werkgever ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft verzocht op grond van art. 7:671b BW.

Of de werkgever op grond van goed werkgeverschap moet instemmen met het wijzigingsvoorstel van de werknemer, moet worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval, waaronder:

  • de aard en inhoud van de overeengekomen werkzaamheden;
  • de aan het voorstel van de werknemer ten grondslag liggende omstandigheden; en
  • de omstandigheden binnen het bedrijf van de werkgever.

Wegens deze gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan recht bestaan op een gedeeltelijke transitievergoeding.

Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan
Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan

Via de weg van een ontslagvergunning van het UWV WERKbedrijf tot de ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter, waarbij soms ook een “gouden handdruk” kan worden toegekend.Maar er is meer. Wat bijvoorbeeld te doen als een werknemer ziek is en de werkgever wil de betaling van het salaris stoppen? Of als een werkgever wil dat zijn werknemer op een andere locatie gaat werken, maar deze weigert dat? Of als de werknemer schade oploopt door een ongeval op de werkvloer? De werknemer wil part-time gaan werken maar de werkgever heeft liever één full-timer dan twee part-timers?

In al deze en nog veel meer andere situaties verleent Avinci Advocaten rechtsbijstand, van het opstellen en beoordelen van een arbeidsovereenkomst tot het begeleiden van een reorganisatie en van het voeren van onderhandelingen tot het voeren van procedures.

Bron: Victoria-arrest: gedeeltelijke beëindiging arbeidsovereenkomst toegestaan, accountancyvanmorgen, recht.nl

Wetsvoorstel huurbescherming voor huurders van ligplaatsen

Dit wetsvoorstel regelt dat aan huurders van ligplaatsen voor woonboten een gelijkwaardige huurbescherming wordt toegekend als aan huurders van onroerend goed. Daartoe wordt voorgesteld om de overeenkomst tot huur van een ligplaats als huur van woonruimte te zien; te regelen dat koop geen huur breekt; het huren van een ligplaats te beschermen tegen opzegging; te regelen dat bij overlijden van de huurder de ligplaats overgaat op diens erfgenamen; en dat bij verkoop van de woonboot de nieuwe eigenaar ook de huur van de ligplaats over kan nemen.

Artikel 270b

1. Indien de huurder van een ligplaats eigenaar is van het op die ligplaats afgemeerde voor bewoning bestemde drijvend object, kan die huurder bij verkoop van dat drijvend object vorderen dat de rechter hem zal machtigen om de koper in zijn plaats als huurder te stellen.

2. De rechter beslist met inachtneming van de omstandigheden van het geval, met dien verstande dat hij de vordering slechts kan toewijzen indien de huurder een zwaarwichtig belang heeft bij de indeplaatsstelling en dat hij deze afwijst indien de voorgestelde huurder vanuit financieel oogpunt niet voldoende waarborg biedt voor een behoorlijke nakomin

Artikel 208ea

Op overeenkomsten tot verhuur van ligplaatsen, die zijn gesloten voor het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen 236a, 247a, 268a en 270b van Boek 7 en van de tegelijk met die artikelen in werking getreden wijzigingen van de artikelen 226 lid 4, 231 lid 1, 233 en 271 lid 1 van dat boek, worden die artikelen en die wijzigingen twee kalenderjaren na dat tijdstip van toepassing.

Vastgoed / Verhuurder

We adviseren ook over uw rechtspositie ten opzichte van uw huurders. Huurrecht is voor veel beleggers en investerende ondernemers een belangrijke bron van inkomsten, het behalen van een optimale rechtspositie is dan ook geen overbodige luxe.

Het huurrecht kent vele opties en het is zaak om maatwerk van uw huurcontracten te maken zodat u maximaal rendement kunt genereren van uw vastgoed. Wanbetalende huurders, of het nu bedrijven of particulieren zijn, dienen te worden aangepakt. U hebt als verhuurder belang bij tijdige betaling van de huurpenningen. Maar ook dient de huurder het gehuurde in goede staat te onderhouden, hij moet als ‘goed huisvader’ handelen met het gehuurde. Niet iedere huurder ziet deze verplichtingen en handelt daarnaar. In dergelijke gevallen wenst u te kunnen ingrijpen. Uw Bedrijfsadvocaat van Avinci Advocaten helpt u hierbij.

Voor fiscaal partnerschap gelden alleen objectieve criteria

Minister Hoekstra reageert op een vraag over een zogenaamde tegenstrijdigheid tussen het Burgerlijk Wetboek en de inkomstenbelastingwetgeving.

Een man en vrouw zijn in 2009 op huwelijkse voorwaarden met elkaar gehuwd. Ze wonen niet samen. De man is eigenaar van de woning waarin hij woont en de vrouw is eigenaresse van de woning waarin zij woont. Zij vinden het onrechtvaardig dat zij op grond van de inkomstenbelastingwetgeving als gehuwden slechts één woning mogen aanmerken als eigen woning (box 1), terwijl zij voor het BW geen samenwoonverplichting hebben. Civielrechtelijk hebben zij dus ieder een woning, terwijl de inkomstenbelastingwetgeving er vanuit gaat dat zij gezamenlijk twee woningen hebben, waardoor zij de keuze moeten maken welke woning als eigen woning (box 1) moet worden aangemerkt. Daarbij merken zij nog op dat sinds  1 januari 2018 niet langer de algehele gemeenschap van goederen de wettelijke basis is, maar de beperkte gemeenschap van goederen.

Het BW en de inkomstenbelastingwetgeving bestaan naast elkaar. Op basis van het BW kunnen de man en vrouw hun manier van samenleven juridisch inrichten zoals zij willen. En is het dus mogelijk ieder de eigenaar is van de woning waarin zij wonen. Dat betekent niet dat het BW en de inkomstenbelastingwetgeving met elkaar in strijd zijn, aldus Hoekstra.

Fiscale partners

Echtgenoten zijn elkaars fiscaal partner. Dat staat met ingang van 1 januari 2011 in artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. In de wettelijke regeling van het fiscaal partnerschap zijn voor echtgenoten geen nadere voorwaarden gesteld. Het zijn van echtgenoot is voldoende. Er gelden voor echtgenoten geen materiële voorwaarden voor bijvoorbeeld de wijze waarop de financiën onderling zijn geregeld of voor samenwonen. Het fiscaal partnerschap voor echtgenoten eindigt op het moment dat de echtgenoten niet op hetzelfde woonadres zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen én een verzoek tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed is ingediend. Tot 1 januari 2011 waren in Nederland wonende echtgenoten overigens ook altijd elkaars fiscaal partner, óók als zij niet op hetzelfde woonadres waren ingeschreven.

Objectieve criteria

De wetgever heeft voor het bepalen van fiscaal partnerschap bij echtgenoten met ingang van 1 januari 2011 bewust gekozen voor het uitsluitend hanteren van objectieve criteria. Mede hierdoor kon een belangrijke vereenvoudiging worden bereikt. Het werken met materiële criteria zou de controle door de Belastingdienst bemoeilijken.

Bij een belastingplichtige en zijn fiscaal partner tezamen wordt niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking genomen. Dat staat in artikel 3.111, achtste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) en houdt in dat fiscale partners samen maximaal één woning fiscaal als eigen woning (box 1) kunnen hebben. De wetgever heeft ook hier bewust voor gekozen.

Hardheidsclausule

De wet kent een speciale bevoegdheid, de zogenoemde hardheidsclausule (artikel 63 AWR). De wet staat toepassing van de hardheidsclausule uitsluitend toe in zeer uitzonderlijke gevallen. De hardheidsclausule kan alleen worden toegepast bij een ‘onbillijkheid van overwegende aard’. Daarvan is slechts sprake als het gaat om een gevolg dat de wetgever had voorkomen, als hij dat bij het maken van de wet had voorzien.

De man heeft geen hardheidsclausuleverzoek ingediend, maar mocht hij dit wel hebben gedaan, dan had Hoekstra zijn verzoek afgewezen. De wetgever heeft die situatie namelijk onderkend door ook echtgenoten die op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd aan te merken als fiscale partners door geen aanvullende materiële voorwaarden te stellen voor het fiscaal partnerschap. Daarnaast heeft de wetgever er bewust voor gekozen dat fiscale partners samen maximaal één woning in box 1 kunnen aanmerken als eigen woning. Daarbij is de onderhavige situatie van echtgenoten die ieder afzonderlijk een  woning hebben expliciet onderkend en is ook voor die situatie vastgesteld dat geen sprake zal zijn van het in aanmerking nemen van twee eigen woningen in box 1. De hardheidsclausule is niet bedoeld om in individuele gevallen een afwijkende regeling te treffen, omdat bijvoorbeeld de financiële en/of persoonlijke omstandigheden daar om vragen.

Meer informatie: Ministerie van Financiën, 5 februari 2020, 2019Z13858/2019D35838

Ondernemingsrecht

Wij hebben expertise en jarenlange ervaring met het voeren van incasso procedures. Wanbetalers helpen wij graag te herinneren aan hun betalingsverplichtingen en te zorgen dat er ook betaald wordt. Bedrijfsadvocaat heeft namelijk de bevoegdheid van beslaglegging zodat u als eerste uitbetaald wordt. Wij voeren de procedures snel en effectief voor u uit, zoals u van ons gewend bent. Zo nodig door middel van beslaglegging en het voeren van de procedure.

Inrichten van uw onderneming

In welke rechtsvorm drijft u uw onderneming? Eenmanszaak, vennootschap onder firma (VOF) of een besloten vennootschap (BV)? Het is goed daar over na te denken, met de hulp van Bedrijfsadvocaat deze situatie te bekijken, en zonodig de juridische vormgeving van uw onderneming aan te passen. Zeker belangrijk gezien vanuit persoonlijke aansprakelijkheid, continuiteit van de onderneming, de bedrijfsrisico’s en de bezittingen: overleg met uw Bedrijfsadvocaat. Wij helpen u graag in alle gevallen en werken met veel deskundige partijen samen.

Ondernemen is risico nemen. Maar u wilt geen onoverzichtelijke en onaanvaardbare risico’s lopen. Bedrijfsadvocaat kan u adviseren over alle juridische facetten van uw bedrijfsvoering.
Uw bedrijf moet niet alleen intern de zaken goed georganiseerd hebben, minstens zo belangrijk is de samenwerking met degenen buiten uw bedrijf. Bedrijfsadvocaat kan u bijstaan als u vragen of problemen heeft met betrekking tot dealerovereenkomsten, distributie-contracten, importcontracten, samenwerkingsover-eenkomsten en joint ventures, en alle andere voorkomende (internationale) handelscontracten.

Wilt u uw eigen bedrijf starten of groeit uw bedrijf exponentieel? Dan is het zaak om met Bedrijfsadvocaat alle contracten en risico’s door te nemen, evenals bij nieuwe ZZP-contracten, samenwerkingsverbanden en overeenkomsten.

Ook bij “slecht weer” kunt u een beroep op Bedrijfsadvocaat.nl. Een reorganisatie heeft immers niet alleen gevolgen voor de bedrijfsvoering, maar ook op juridisch gebied is het raadzaam om losse draadjes te voorkomen, zodat er later geen rafels kunnen ontstaan. Hetzelfde geldt voor de uittreding van partners uit het bedrijf. De belangen van de onderneming en de partners zijn dan niet altijd meer dezelfde. Het is dan zaak om tot een snelle en duidelijk oplossing te komen die recht doet aan de belangen van alle partijen.

Bron: Recht.nl Taxence Voor fiscaal partnerschap gelden alleen objectieve criteria

Geldigheid van VvE-besluiten en termijn voor vernietiging

Aan besluiten van een Vereniging van Eigenaren (VvE) kleeft altijd een bepaalde periode van onzekerheid. Immers bepaalt de wet (in artikel 5:130 BW), dat besluiten van een orgaan van de VvE kunnen worden vernietigd door de kantonrechter. De kantonrechter moet daartoe worden verzocht binnen een maand na de dag waarop degene die een vernietiging wenst, van het betreffende besluit heeft kennisgenomen of heeft kunnen kennisnemen. Maar wanneer heeft men van een besluit kennis genomen of kennis kunnen nemen? Als men bij de vergadering niet aanwezig was? Als dit niet duidelijk is, is ook niet duidelijk of een besluit nu wel of niet nog vernietigd kan worden.

Parlementaire geschiedenis

In een uitspraak van 21 juni 2019 heeft de Hoge Raad nadere richtlijnen gegeven over hoe bepaalt moet worden wanneer de maand, waarbinnen om vernietiging kan worden verzocht, begint te lopen. Hierbij heeft de Hoge Raad geprobeerd een balans te vinden tussen het belang van de VvE, om duidelijkheid te krijgen over de geldigheid van besluiten, en het belang van (afwezige) leden, om voldoende tijd te hebben, zich eventueel tot de kantonrechter te wenden.

Uit de parlementaire geschiedenis blijkt, dat de wetgever bij invoering van artikel 5:130 BW het moment op het oog had, waarop een afwezige eigenaar redelijkerwijs van een genomen besluit heeft kunnen kennisnemen. De Hoge Raad stelt vast, dat het dus afhangt van de omstandigheden van het concrete geval.

Vergewisplicht

De afwezige eigenaar treft in ieder geval een verplichting, moeite te doen, om te achterhalen, welke besluiten in zijn afwezigheid zijn genomen (vergewisplicht). Een eigenaar kan dus niet passief achterover leunen en afwachten tot hem nader wordt bericht, maar moet zich actief informeren om de termijn van een maand niet te laten verstrijken. Mocht in een concreet geval niet duidelijk zijn wanneer een afwezige eigenaar van genomen besluiten kennis heeft kunnen nemen, maar deze eigenaar wel op een juiste manier zijn uitgenodigd en in kennis gesteld van de agenda, dan moet ervan worden uitgegaan, dat het achterhalen van de genomen besluiten binnen een week mogelijk was. De termijn van een maand begint dan dus een week na de betreffende vergadering te lopen, mits uit de concrete omstandigheden van het geval niets anders moet worden afgeleid.

Gebruiken

Nog duidelijker kan het echter worden, als binnen de VvE bepaalde gebruiken gelden. Als het bijvoorbeeld gebruikelijk is, dat de notulen aan de eigenaar worden verzonden en/of op een website worden gepubliceerd, dan mag een eigenaar ook erop vertrouwen, dat dit wederom wordt gedaan. De termijn van een maand begint dan dus te lopen, op het moment, dat de notulen (of eventueel een besluitenlijst) op de gebruikelijke wijze zijn verspreid.

Conclusie

Een verenigingsbestuur, dat zoveel mogelijk duidelijkheid wil scheppen, heeft het dus zelf in de hand, de datum, tot wanneer om vernietiging van een besluit kan worden gevraag, te bepalen. Door een duidelijk gebruik in te voeren, over hoe de besluiten aantoonbaar naar allee leden worden gecommuniceerd, is vooraf helder, vanaf wanneer een verzoek aan de kantonrechter conform artikel 5:130 BW niet meer kan worden gehonoreerd.

Indien dat gebruik niet bestaat, is het aan de afwezige eigenaar, om actief te achterhalen, welke besluiten zijn genomen. Voor zover uit de concrete omstandigheden niets anders blijkt, is daarbij ervan uit te gaan, dat de eigenaar binnen een week na de vergadering redelijkerwijs kennis heeft kunnen nemen van de genomen besluiten.

Vragen aan onze advocaten over de VvE?

Mocht u vragen hebben over besluiten van een VvE, dan kunt u contact opnemen met een van onze vastgoedspecialisten. 

Vastgoed vormt een essentieel onderdeel van uw bedrijfsvoering en moet juridisch future proof zijn. Bedrijfsadvocaat heeft na ruim 20 jaar ervaring in de vastgoedwereld, de juiste expertise aan boord. Bedrijfsadvocaat adviseert de gehele keten en staat vele wooncorporaties, VVE’s, vastgoed ondernemingen, aannemers, architecten, makelaars, verhuurders en particulieren die handelen in vastgoed bij. Of u nu verhuurt, panden op knapt en weer verkoopt, goed juridisch en fiscaal advies is onontbeerlijk. Bedrijfsadvocaat denkt met u mee, kent de wijzigingen in de nabije toekomst en weet hoe u vervolgens het beste kunt handelen.

Iedere ondernemer heeft onroerend goed, zoals bijvoorbeeld zijn bedrijfshuisvesting en zijn privé-woning. U huurt het of u bent de eigenaar ervan. Dan wel bent u voornemens tot huur of aankoop over te gaan.

Hierbij schakelt u uw Bedrijfsadvocaat van Avinci Advocaten in. Hij heeft ervaring in het bewaken van uw belangen en kan u adviseren en begeleiden bij deze trajecten en de nodige juridische ondersteuning bieden. En als het nodig is dan procederen we bij de gerezen problemen over de koop, verkoop en verhuur van vastgoed.

Geldigheid van VvE-besluiten en termijn voor vernietiging

Aansprakelijkheid op het werk, dit moet u weten!

Aansprakelijkheid op het werk, dit moet u weten

Avinci Advocaten en Bedrijfsadvocaat zijn gespecialiseerd in arbeidsrecht en delen graag de laatste updates, in dit geval de trends op het gebied van aansprakelijkheid op het werk. De laatste jaren wordt het voor werkgevers steeds moeilijker om zich tegen bepaalde claims te verdedigen. Er zijn een paar dingen belangrijk: is een ongeval of conflict gebeurd onder werktijd? Is er sprake van een arbeidsverhouding? En heeft het geleid tot langdurige schade? Bij drie keer ja is de aansprakelijkheid van de werkgever een feit.

Voor veel werkgevers is het een onaangenaam scenario. Een van de medewerkers krijgt een ongeval en het bedrijf wordt geconfronteerd met een schadeclaim. Onaangenaam inderdaad, want claims over aansprakelijkheid worden steeds vaker toegewezen. Kan een werkgever zich hier nog tegen wapenen?

Aansprakelijkheid op het werk conform artikel 658 BW Artikel 658, lid 1

De werkgever is verplicht de lokalen, werktuigen en gereedschappen waarin of waarmee hij de arbeid doet verrichten, op zodanige wijze in te richten en te onderhouden alsmede voor het verrichten van de arbeid zodanige maatregelen te treffen en aanwijzingen te verstrekken als redelijkerwijs nodig is om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt.

Artikel 658, lid 2

De werkgever is jegens de werknemer aansprakelijk voor de schade die de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt, tenzij hij aantoont dat hij de in lid 1 genoemde verplichtingen is nagekomen of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer.

Werkgever moet bewijzen dat hij zorgplicht is nagekomen, hij moet bijvoorbeeld aantonen dat hij de medewerker keer op keer heeft geïnstrueerd om niet die ladder op te klimmen. En dat hij hem ook heeft gewaarschuwd toen hij dat toch deed. Als dat allemaal op papier staat, heb je een goede zaak. Maar vaak is het niet zo duidelijk. Dan moet je een bureau inschakelen dat alle documenten naspit en collega’s gaat horen. Dat kost tijd en geld, daarom is een personeelsdossier opbouwen van belang.

Geen arbeidsverhouding, toch zorgplicht werkgever?

Soms is een werknemer niet eens in vaste dienst van een bedrijf, maar werkt bijvoorbeeld als ZZP’er aan een opdracht.  Veel bedrijven werken nu met een flexibele schil, en daar houdt de rechter rekening mee. Maar let op: het is erg belangrijk welke werkzaamheden zo iemand uitvoert. Het belangrijk dat de ZZp’er hetzelfde werk als collega’s in vaste dienst uitvoert en dus hetzelfde risico lopen.

Buiten het gebouw: geen boete, wel aansprakelijkheid?De inspectie werkt heel strak binnen een vast publiekrechtelijk toetsingskader. De rechter zal  aansprakelijkheid wat ruimer zien als een ongeluk gebeurt rondom het gebouw en wel degelijk relevant is voor het werk,d at wordt altijd ter plaatse bekeken. Werkgevers in Nederland zitten dus in een lastig pakket. Bij beroepsziekten ligt de zaak een stuk minder duidelijk qua aansprakelijkheid. Stel, jij krijgt een burn-out. Dan kun jij wel roepen dat dat komt door de werkdruk, maar die relatie is natuurlijk lang niet zo duidelijk. Zulke zaken slagen alleen maar als de werksfeer extreem slecht was. Als iedereen daar altijd over klaagde, ook bij de bedrijfsarts, en als de halve afdeling is uitgevallen.Een fusie aandoening veroorzaakt door of op het werk is beter aantoonbaar. 

Procedure rond schadeclaims aanmerkelijk vereenvoudigd

Nu is er een zogenoemde deelgeschilprocedure en die is veel eenvoudiger. Je stuurt de rechter een verzoekschrift waarin je je klachten beschrijft en hoe die zijn ontstaan. Vervolgens krijg je binnen zes weken de mondelinge behandeling. Bijkomend voordeel: niet langer kan de verliezer worden geconfronteerd met torenhoge proceskosten. Voor mensen met weinig middelen scheelt dat natuurlijk heel veel stress. En bedrijven krijgen sneller duidelijkheid. Bedrijfsadvocaat maakt regelmatig dergelijke gevallen mee en adviseert wat in verband met de nieuwe regels arbeidsrecht, gegevensbescherming en privacy precies is toegestaan. Wij denken met u mee hoe u met uw data, klantenbestanden, privacy en gegevensbescherming binnen uw organisatie het beste om kunt gaan.

Of heeft u als werkgever of als werknemer te maken met diefstal op het werk? Wordt u beschuldigd of heeft u juist vermoedens dat er dingen ontvreemd worden op uw bedrijf? En bent u ook benieuwd wat u kunt doen in uw bedrijf met het oog op beveiliging en de rechten mbt privacy en gegevensbescherming? Bedrijfsadvocaat is hierin gespecialiseerd en heeft veel ervaring. Het is belangrijk de juiste procedures te volgen die volgens de wet geoorloofd zijn. Neem contact op met onze advocaten of juridische dienstverleners.

Bedrijfsadvocaat.nl

Het arbeidsrechtelijke toetsingskader

Indien de werknemer een beroep doet op zijn recht op privacy, gebeurt dit vaak in het kader van artikel 8 EVRM en niet met een beroep op de Wbp. Het is afwachten of door de grotere bekendheid met de AVG dit in de toekomst zal veranderen.

Arbeidsrecht

Een arbeidsrechtadvocaat richt zich op zaken met betrekking tot arbeidsrecht, ontslagrecht en medezeggenschapsrecht. Advies in arbeidsrecht door een Bedrijfsadvocaat betekent voorbereidende maatregelen treffen vóórdat een kwestie speelt. Ondernemers die anticiperen op een slecht scenario hebben een voorsprong. Voorkomen is beter dan genezen, wij hebben ontzettend veel ervaring en het arbeidsrecht verandert continue. Wij zijn voorbereid en goed geïnformeerd inzake de nieuwe Wet Werk en Zekerheid, laat u hierbij adviseren door uw Bedrijfsadvocaat om goed voorbereid te zijn.

Wij helpen o.a. bij

  • Procedures en/of reorganisaties
  • Opstellen arbeidsovereenkomsten
  • Onderhandelingen
  • Ontslag strategie

De Bedrijfsadvocaat arbeidsrecht adviseert onderneming ook bij:

arbeidsrechtcontracten, onderhandelingen, procedures en/of reorganisaties, vastlegging van arbeidsovereenkomsten, huisreglement, leaseauto regelement, AVG, privacy etc. de te volgen strategie bij het ontslaan van een werknemer.

Het recht op privacy geniet steeds meer aandacht door de komst van de AVG en de digitalisering van de samenleving. Hierdoor ontstaan soms geschillen op de werkvloer. Het strenge privacyrecht lijkt door de arbeidsrecht rechter op praktische wijze te worden getoetst, met aandacht voor alle omstandigheden van het geval. Dit kan tot gevolg hebben dat een privacy-inbreuk toch gerechtvaardigd wordt geacht, of dat het onrechtmatig verkregen bewijs toch in het nadeel van de werknemer deel mag uitmaken van de procedure.

Bron: Recht.nl en Arbo online: https://www.recht.nl/nieuws/arbeidsrecht/181455/klacht-over-seksgrappen-leidt-tot-ontslag/

Aansprakelijkheid op het werk, dit moet u weten

Oplichters misbruiken merknamen KPN en Ziggo voor spookfacturen

Volgens tv-programma ‘Opgelicht?!‘ wordt er afgelopen tijd opvallend vaak melding gemaakt van spookfacturen die worden verstuurd uit naam van KPN en Ziggo. Ook uit naam van de Belastingdienst worden spookfacturen verstuurd.

De spookfacturen bevatten bedragen van tussen de EUR 70,00 en EUR 90,00 met als reden dat de machtiging tot automatische incasso nog niet geregistreerd zou zijn bij de bank van de debiteur.

In de mailing wordt verzocht het ‘verschuldigde’ bedrag alsnog handmatig over te maken. Hierbij wordt melding gemaakt van een Duits IBAN bankrekeningnummer. Volgens de spookfactuur leidt het niet betalen van de factuur tot een verhoging van het bedrag en mogelijk tot afsluiting van de diensten.

In alle gevallen gaat het om een poging tot oplichting en worden ontvangers geadviseerd de mail te verwijderen en absoluut geen geld over te maken naar het genoemde bankrekeningnummer.

Vragen en antwoorden

Unique Selling Point: Dutch Debts werkt met ervaren advocaten die door jarenlange ervaring in de advocatuur hun sporen voor het incassowerk ruimschoots hebben verdiend.

Als pressie middel kunnen wij dreigen met beslag leggen van de bankrekening, (on)roerende goederen en zelfs daadwerkelijk het faillisement van de wanbetalende debiteur aanvragen. Dit leidt doorgaans tot zeer snelle betaling. Alleen een advocaat kan het faillissement van uw debiteur aanvragen of een verzoekschrift indienen voor het leggen van een conservatoir beslag (beslag voor vonnis): beide zeer effectieve incassomaatregelen.

Ook zijn wij niet beperkt in de hoogte van de vordering welke wij voor u naar de rechter kunnen brengen. Gemachtigden (zoals deurwaarders, incassobureau’s en juristen) kunnen u slechts bijstaan bij het Kantongerecht, welke bevoegd is voor vorderingen tot € 25.000. Wij kunnen u, als advocaat, daarnaast ook bijstaan voor vorderingen van boven € 25.000 welke exclusief door de Rechtbank behandeld worden.

Verstoorde arbeidsverhouding met werkneemster die voortdurend discussie zoekt

Verstoorde arbeidsverhouding met werkneemster die voortdurend discussie zoekt

De arbeidsovereenkomst in deze zaak wordt door de kantonrechter ontbonden—echter, niet op grond van een aantal verwijtbaar geachte gedragingen, maar omdat de arbeidsrelatie verstoord was geraakt doordat werkneemster geen kritiek duldde en steeds opnieuw discussie zocht, werkend op Schiphol.

Als een werkgever bij de kantonrechter een verzoekschrift tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst indient, gaat het in de praktijk vrijwel steeds over ofwel disfunctioneren, ofwel verwijtbaar gedrag ofwel een verstoorde arbeidsverhouding als ontslaggrond. Voor elke grond gelden andere voorwaarden. In geval van disfunctioneren moet een verbetertraject hebben plaatsgevonden. Omdat dit in de praktijk vaak moeilijk te realiseren is zonder de verhoudingen meteen op scherp te zetten, is dat verbetertraject er meestal niet. In geval van verwijtbaar gedrag moeten de geschonden normen redelijk en kenbaar zijn. De overtreding van die normen dient de ontbinding van de arbeidsovereenkomst te kunnen rechtvaardigen. Van alle ontslaggronden is de verstoorde arbeidsverhouding voor de werkgever de meest kansrijke. Voldoende is dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer mogelijk is. Of dat aan de werkgever dan wel aan de werknemer ligt is in eerste instantie niet eens zo belangrijk, zo lang de werkgever maar niet bewust op de verstoring van de arbeidsverhouding heeft aangestuurd om op die manier de arbeidsovereenkomst te kunnen beëindigen. Verwijten aan het adres van de werkgever kunnen wel leiden tot de toekenning van een billijke vergoeding bovenop de transitievergoeding.
De beschikking van de kantonrechter toont aan hoe dicht de drie ontslaggronden in de praktijk bij elkaar liggen. De verwijten aan het adres van de werkneemster die de kantonrechter gebruikt om een ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens een verstoorde arbeidsverhouding te rechtvaardigen, lijken veel eerder te wijzen op een ontbinding wegens verwijtbaar gedrag of zelfs wegens disfunctioneren. De verstoorde arbeidsverhouding als ontslaggrond was voor de kantonrechter echter een veel gemakkelijker te bewandelen weg.


Vanaf 1 januari 2020 wordt het ook mogelijk om arbeidsovereenkomsten te ontbinden wegens een samenloop van de twee of drie bovengenoemde gronden. Ook als daarbij dan niet zou zijn voldaan aan alle voorwaarden van één ontslaggrond, kan de kantonrechter de arbeidsovereenkomst dan ontbinden, zij het dat daarbij dan een extra ontslagvergoeding aan de werknemer kan worden toegekend tot maximaal 50% van de transitievergoeding.

Bedrijfsadvocaat maakt het regelmatig mee en adviseert wat in verband met de nieuwe regels arbeidsrecht, gegevensbescherming en privacy precies is toegestaan. Wij denken met u mee hoe u met uw data, klantenbestanden, privacy en gegevensbescherming binnen uw organisatie het beste om kunt gaan.

Of heeft u als werkgever of als werknemer te maken met diefstal op het werk? Wordt u beschuldigd of heeft u juist vermoedens dat er dingen ontvreemd worden op uw bedrijf? En bent u ook benieuwd wat u kunt doen in uw bedrijf met het oog op beveiliging en de rechten mbt privacy en gegevensbescherming? Bedrijfsadvocaat is hierin gespecialiseerd en heeft veel ervaring. Het is belangrijk de juiste procedures te volgen die volgens de wet geoorloofd zijn. Neem contact op met onze advocaten of juridische dienstverleners.

Bedrijfsadvocaat.nl

Het arbeidsrechtelijke toetsingskader

Indien de werknemer een beroep doet op zijn recht op privacy, gebeurt dit vaak in het kader van artikel 8 EVRM en niet met een beroep op de Wbp. Het is afwachten of door de grotere bekendheid met de AVG dit in de toekomst zal veranderen.

Arbeidsrecht

Een arbeidsrechtadvocaat richt zich op zaken met betrekking tot arbeidsrecht, ontslagrecht en medezeggenschapsrecht. Advies in arbeidsrecht door een Bedrijfsadvocaat betekent voorbereidende maatregelen treffen vóórdat een kwestie speelt. Ondernemers die anticiperen op een slecht scenario hebben een voorsprong. Voorkomen is beter dan genezen, wij hebben ontzettend veel ervaring en het arbeidsrecht verandert continue. Wij zijn voorbereid en goed geïnformeerd inzake de nieuwe Wet Werk en Zekerheid, laat u hierbij adviseren door uw Bedrijfsadvocaat om goed voorbereid te zijn.

Wij helpen o.a. bij

  • Procedures en/of reorganisaties
  • Opstellen arbeidsovereenkomsten
  • Onderhandelingen
  • Ontslag strategie

De Bedrijfsadvocaat arbeidsrecht adviseert onderneming ook bij:

arbeidsrechtcontracten, onderhandelingen, procedures en/of reorganisaties, vastlegging van arbeidsovereenkomsten, huisreglement, leaseauto regelement, AVG, privacy etc. de te volgen strategie bij het ontslaan van een werknemer.

Het recht op privacy geniet steeds meer aandacht door de komst van de AVG en de digitalisering van de samenleving. Hierdoor ontstaan soms geschillen op de werkvloer. Het strenge privacyrecht lijkt door de arbeidsrecht rechter op praktische wijze te worden getoetst, met aandacht voor alle omstandigheden van het geval. Dit kan tot gevolg hebben dat een privacy-inbreuk toch gerechtvaardigd wordt geacht, of dat het onrechtmatig verkregen bewijs toch in het nadeel van de werknemer deel mag uitmaken van de procedure.

Contact

Ik wil graag informatie inwinnenMail mij voor een gratis eerste gesprek

Verstoorde arbeidsverhouding met werkneemster die voortdurend discussie zoekt

Brexit: stand van zaken

In 2020 blijven alle EU-regels en -wetten voor het VK van kracht; voor burgers en bedrijven verandert er aanvankelijk vrijwel niets. Het Brexit Loket houdt u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Op 1 februari start een overgangsperiode. Deze duurt tot en met 31 december 2020. In de overgangsperiode blijven alle EU-wetten en regels nog steeds gelden voor het VK. Er verandert daardoor in 2020 bijna niets. In de tussentijd maken de EU en het VK nieuwe afspraken voor de periode na 31 december 2020.

Wat verandert er voor Nederlanders in Nederland?

Na de Brexit verandert er tot en met 31 december 2020 voor u niets. U kunt gewoon naar het VK reizen zoals u gewend bent. Of een aankoop doen in een Britse webwinkel. Alle Europese afspraken die er nu zijn over bijvoorbeeld douaneregels, rijbewijzen of ziektekosten blijven geldig. Lees de vragen en antwoorden over bijvoorbeeld reizen, documenten en ziektekosten op deze website.

Wat verandert er voor Nederlanders in het VK?

De EU en het VK hebben afspraken gemaakt over de rechten van EU-burgers die in het VK wonen. Tijdens de overgangsperiode kunnen u en uw familieleden gewoon blijven wonen, werken of studeren in het VK. Ook aan de afspraken over sociale zekerheid, pensioenen en studiefinanciering verandert er niets.

U hoeft zich niet te registreren als u vóór 31 december 2020 het VK weer verlaat. Wilt u in het VK blijven wonen en werken na 31 december 2020? Dan moet u zich registreren met een aanvraag voor ‘settled status’ of ‘pre-settled status’ via de website gov.uk (Engels). Dit moet u doen voor 30 juni 2021. Lees wanneer u zich moet registreren in het VK na de Brexit. Lees of u na de Brexit in het VK kunt blijven wonen of werken.

Wat verandert er voor Britten in Nederland?

Tijdens de overgangsperiode kunnen u en uw familieleden gewoon in Nederland blijven wonen, werken of studeren. Ook aan de afspraken over sociale zekerheid, pensioenen en studiefinanciering verandert er niets. U heeft geen verblijfsdocument nodig, alleen een geldig paspoort.

Omdat Brexit uw verblijfsrecht verandert, moet u uw verblijf na Brexit regelen. Verspreid over de overgangsperiode stuurt de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) daarom een brief aan zo’n 45.000 VK-onderdanen en hun familieleden (met of zonder EU/EER- of Zwitserse nationaliteit) die in de Basisregistratie Personen (BRP) van hun gemeente zijn geregistreerd.

De IND vraagt u in de brief een online aanvraag voor verblijf na de overgangsperiode te doen. Als uw aanvraag wordt ingewilligd krijgt u een (nieuw) verblijfsdocument. Dit is een bewijs van uw verblijfsrecht. U heeft het verblijfsdocument nodig om na de overgangsperiode in Nederland te wonen, werken en studeren.

Voor de aanvraag gelden voorwaarden. Als u hieraan voldoet, kunt u een verblijfsdocument krijgen. Lees welke voorwaarden er zijn voor een verblijf in Nederland na de overgangsperiode.

Wat verandert er voor bedrijven die zakendoen met het VK?

Tijdens de overgangsperiode verandert er tot en met 31 december 2020 vrijwel niets. Er zijn tot en met 31 december 2020 bijvoorbeeld geen andere douane procedures dan nu. Ook zullen er geen tarieven of quota gelden voor invoer en uitvoer van producten. De regels voor uitwisseling van gegevens blijven ook hetzelfde.

Tijdens de overgangsperiode onderhandelen het VK en de EU over hun nieuwe relatie na 2020. In de loop van 2020 wordt er meer duidelijk over de nieuwe regels die vanaf 1 januari 2021 gaan gelden. Het is wel zeker dat de relatie met het VK gaat veranderen. Zo zullen er altijd douane procedures zijn. Dit betekent dat bedrijven die zakendoen met het VK zich hierop moeten voorbereiden. Meer informatie over welke voorbereidingen u al kan treffen vindt u op het Brexitloket.nl.

Avinci Advocaten heeft ook een tak consultancy voor lagere en hogere overheidsinstellingen, semi publieke rechterlijke instellingen. De focus ligt daarbij veelal op arbeidsverhoudingen bij de overheid, hervormingen van de publieke sector, contracten en hervormingen waarbij wij een kritisch en analytisch overzicht bieden op juridisch en rechterlijk niveau.

Internationale handel en overname
Naast actuele kennis van wet- en regelgeving en jurisprudentie, verdiepen wij ons uitvoerig in een aantal specifieke marktsectoren waarin onze zakelijke cliënten actief zijn. Wij zijn nieuwsgierig en gedreven en onze advocaten hebben in deze sectoren kennis en ervaring opgebouwd. Wij kennen de sectoren door de werkzaamheden die wij daarvoor verrichten.
Multidisciplinair team
Wanneer uw zaak meerdere rechtsgebieden bestrijkt, betrekken wij collega’s uit andere relevante vakgebieden en stellen wij een multidisciplinair team samen. Denk daarbij aan fusies en overnames of herstructeringen. De multidisciplinaire teams combineren verschillende juridische specialisaties met kennis van de markt van specifieke groepen cliënten of op een sector in de markt. Zo bent u dus altijd verzekerd van doeltreffende, snelle en kostenefficiënte dienstverlening.

Advocaat Arthur Hansen adviseert klanten als Senior Legal Business Consultant. In overleg met de klant verricht hij legal checks op diverse contracten en is gespecialiseerd in fusies en overnames.  Door onze efficiënte juridische toepassingen wordt de transactiepraktijk echt accurater en economische. Tevens contract management, arbeidsrecht en corporate housekeeping vallen onder de specialiteiten van Avinci Advocaten.  Arthur Hansen ontvangt u graag op zijn kantoor, op het mooiste stukje van Rotterdam, namelijk de Maasboulevard. Recht tegenover de Willemsbrug kunnen we discreet en voortvarend alle zaken doornemen.
English:
Avinci law is specialised in consulting government and Dutch communities and municipalities and has wide experience in consulting European Parliament in Brussels, Government of Aruba and embassy and consulates in The Hague.
If you are looking for a consultant specialised in governmental issues, Government Agencies or Judicial Institutions please don’t hesitate to contact us and ask for Mr. Hansen.

CONTACT:

  •                Oudehoofdplein 4, 3011 TM Rotterdam
  •                010 4777755
  •                010 4780909
  •                info@avinci.nl
  •                www.avinci.nl

VOLG ONS:
Twitter       Facebook      Linkedin
Avinci Advocaten – uw partner in juridische zaken.
Consulting, Consultancy,Transactiemanagement, legal consultancy

Brexit: stand van zaken bron: Rijksoverheid, recht.nl, Avinci

Bewaartermijn personeelsdossier en arbeidsovereenkomst onder AVG

Als gevolg van de WAB moet u de arbeidsovereenkomst bewaren ‘bij de salarisadministratie’. Maar hoe zit het eigenlijk ook al weer met de bewaartermijnen van persoonsgegevens onder de Algemene verordening gegevensbescherming?

De Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) is sinds 2018 van kracht. De regels voor het bewaren van persoonsgegevens zijn onder de AVG niet anders geworden dan voor 2018. Het uitgangspunt blijft dat u persoonsgegevens niet langer mag bewaren dan noodzakelijk voor het doel van uw verwerking. Maar hoelang is noodzakelijk?

Zolang als noodzakelijk

Er staat in de AVG geen concrete bewaartermijn voor persoonsgegevens. Het is dus onmogelijk om te stellen dat u bepaalde gegevens ten minste 3 jaar moet of maximaal 7 jaar mag bewaren.  Organisaties bepalen zelf hoe lang zij persoonsgegevens nodig hebben en dus bewaren. Om dat te bepalen kijkt een organisatie naar hoe lang de gegevens nodig zijn voor het doel waarvoor deze zijn verzameld of worden gebruikt. In een beperkt aantal gevallen zijn er overigens wel wettelijke eisen en bewaartermijnen. Die zijn dan opgenomen in wetten waar organisaties zich aan moeten houden. U kunt daarbij denken aan bijvoorbeeld belastingwetgeving.

Speciaal voor werkgevers

Voor wat betreft het aanleggen van personeelsdossiers heeft de Autoriteit Persoonsgegevens op basis van de AVG een aantal eisen geformuleerd die aan werkgevers worden gesteld. Werkgevers:

  • zijn verantwoordelijk voor de juistheid en nauwkeurigheid van de gegevens in het personeelsdossier;
  • mogen niet meer gegevens in het personeelsdossier vastleggen dan nodig is, en de gegevens moeten ter zake doen;
  • moeten de werknemers informeren, onder andere over welke gegevens zij verzamelen, voor welke doeleinden en op basis van welke rechtsgrond;
  • moeten de persoonsgegevens passend beveiligen, zodat ze niet verloren raken of in verkeerde handen terechtkomen;
  • mogen de persoonsgegevens niet langer bewaren dan noodzakelijk is;
  • moeten werknemers de mogelijkheid bieden hun gegevens in te zien – dit geldt in principe voor het gehele personeelsdossier – en eventueel te rectificeren te beperken of te verwijderen;
  • moeten werknemers afzonderlijk wijzen op het recht van bezwaar bij de verwerking van gegevens op grond van het gerechtvaardigd belang;
  • moeten werknemers in voorkomende gevallen de mogelijkheid bieden hun recht op dataportabiliteit uit te oefenen.
  • Ook als er geen sprake is van een geschil kan Avinci Advocaten u helpen.
    Bijvoorbeeld bij het maken van geheimhoudings-overeenkomsten als u voorafgaand aan een samenwerking met een partner exclusieve informatie aan deze beoogde partner gaat verstrekken. Of door een licentie- of exploitatieovereenkomst als u anderen onder bepaalde voorwaarden het recht wilt geven om van uw intellectuele eigendommen gebruik te maken. Voor meer informatie neemt u contact met ons op