Werkgeversaansprakelijkheid bij arbeidsongevallen!
Jaarlijks vinden in Nederland gemiddeld meer dan 2.000 arbeidsongevallen plaats. Het vraagstuk van de werkgeversaansprakelijkheid is continu in beweging. De mogelijkheden om de werkgever voor schade als gevolg van een arbeidsongeval met succes aansprakelijk te stellen zijn de afgelopen jaren verder uitgebreid en ook de groep van personen die schade tijdens het uitoefenen van werkzaamheden kunnen verhalen is door ‘nieuwe’ arbeidsverhoudingen gegroeid.
In 2017 kwamen 50 werknemers om als gevolg van een arbeidsongeval. Met name in de bouwsector
komen arbeidsongevallen met dodelijke afloop relatief vaak voor. Nederland scoort weliswaar
iets beter dan het Europees gemiddelde, maar het aantal ernstige arbeidsongevallen in Nederland is in de laatste jaren – na een jarenlange daling – weer toegenomen.
De meest voorkomende risico’s op arbeidsongevallen zijn vallen, aanrijdingen en contact met een bewegend object en/of bewegende delen van een machine. Van ernstige(re) bedrijfsongelukken weten we dat deze zich opvallend vaak in het najaar voordoen. En wist u dit? Verder doen veruit demeeste arbeidsongevallen zich ofwel ’s ochtends tussen 9.00 en 11.00 uur, ofwel ’s middags tussen 15.00 en 16.00 uur voor.
Ook buiten reguliere werktijden doen zich echter regelmatig arbeidsongevallen voor.
Avinci Advocaten zet in vogelvlucht uiteen hoe het bij arbeidsongevallen met de aansprakelijkheid van werkgevers gesteld is.
Wettelijk verplichting werkgevers
Deze is duidelijk: indien een werknemer aannemelijk kan maken dat hij schade heeft opgelopen in de uitvoering van de werkzaamheden en de werkgever niet kan aantonen dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan óf dat er sprake was van bewuste roekeloosheid van de werknemer, is de werkgever op basis van artikel 7:658 BW aansprakelijk voor de schade van deze werknemer.
Deze vergaande zorgplicht hebben werkgevers niet alleen jegens hun werknemers,
maar evengoed ten aanzien van niet-werknemers, zoals ingehuurde freelancers en uitzendkrachten.
Op werkgevers rust de wettelijke verplichting om zorg te dragen voor de veiligheid van hun
werknemers. Zodoende is een werkgever gehouden om werklocaties, apparaten en materieel
veilig in te richten en te onderhouden. Ook dient een werkgever adequate maatregelen
en voorzieningen te treffen voor het verrichten van de werkzaamheden én aanwijzingen/
instructies te geven aan werknemer. Dit alles om zoveel mogelijk te voorkomen dat een
werknemer schade lijdt tijdens zijn/haar werk. Deze zorgplicht (van artikel 7:658 BW) ziet
op letsel en schade die een werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden kan oplopen.
Eigen verantwoordelijkheid c.q. schuld vs. aansprakelijkheid
Op het moment dat een werkgever op basis van goed werkgeverschap (artikel 7:611 BW)
aansprakelijk is, zoals bij verkeersongevallen van werknemers vaak het geval is, zal de
schade op grond van titel 10 Boek 6 BW dienen te worden vastgesteld en daarbij komt het dan regelmatig voor dat (gedeeltelijke) eigen schuld van een
werknemer wordt aangenomen. De hoogte van de door een werkgever te vergoeden schade
zal dan ingeval van een mate van eigen schuld aan de zijde van werknemer worden gematigd.
Dit was vrij recent nog het geval bij een werknemer die tijdens een werkbezoek in het
buitenland door een hond was gebeten, daardoor met rabiës besmet raakte en uiteindelijk hieraan overleed. De rechtbank oordeelde weliswaar dat de werkgever aansprakelijk was, maar dat hier deels sprake was van eigen schuld van de werknemer, omdat deze zich niet
binnen 48 uur na de beet, en daarmee niet tijdig (genoeg), had laten behandelen.
Waar geldt de zorgplicht?
De zorgplicht op grond van art. 7:658 BW geldt in de eerste plaats voor werkzaamheden die worden verricht op de ‘arbeidsplaats’10. Dat is iedere plaats die in verband met het verrichten van de arbeid wordt of pleegt te worden gebruikt. Dat is een ruim begrip, want werknemers komen in verband met het werk vaak op vele plaatsen. Bijvoorbeeld als wordt gewerkt op een externe locatie (bouwplaats, buitenland11), bij mensen thuis (denk aan klantbezoek, uitvoeren van reparaties), er goederen bij derden moet worden gehaald en gebracht12 enzovoort. Ook wanneer de werknemer voor zijn werk op plaatsen komt die niet als ‘arbeidsplaats’ kunnen worden aangemerkt, omdat de werkgever geen enkele zeggenschap heeft over de gesteldheid, inrichting, het gebruik door anderen en de veiligheid, kan de zorgplicht meebrengen dat de werkgever ten aanzien van de uitoefening van de werkzaamheden daar maatregelen treft en aanwijzingen geeft om zoveel mogelijk te voorkomen dat de werknemer schade lijd
Samenvattend dienen werkgevers aan werknemers adequate veiligheidsmiddelen ter beschikking
te stellen, werknemers voldoende te instrueren én waarschuwen waar nodig. Maar hoe zit het met bedrijfsuitjes, werkgerelateerde privésituaties,werkverkeer van ongemotiseerde, woon-werkverkeer enzovoorts? Daar kan Avinci Adovcaten u goed advies bij geven en bekijkt per casus het geval apart om u van zo goed mogelijk advies te voorzien; zowel voor de werknemer als werkgever!
In al deze en nog veel meer andere situaties verleent Avinci Advocaten rechtsbijstand, van het opstellen en beoordelen van een arbeidsovereenkomst tot het begeleiden van een reorganisatie en van het voeren van onderhandelingen tot het voeren van procedures. Neem snel contact op met Arthur Hansen, hij helpt u verder.
Avinci Advocaten
Oudehoofdplein 4
3011 TM Rotterdam
info@avinci.nl 010 4777755
Werkgeversaansprakelijkheid bij arbeidsongevallen Bron: VU Amsterdam, Boerens, Dijkhof, Navigator, Recht.nl