Tag Archives: arbeidsrechtcontracten

Berekening opzegtermijn bij opvolgende arbeidsovereenkomsten!

Bij de Hoge Raad is een vergeefse klacht tegen hoger beroep niet bestreden door het rechtsoordeel van de kantonrechter. Er waren overwegingen ten overvloede over de berekening van de lengte van het opzegtermijn bij opvolgende arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd tussen werknemer en werkgevers die worden geacht elkaars opvolger te zijn.

Bij elkaar opvolgende arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd tussen een werknemer en werkgevers die worden geacht elkaars opvolger te zijn, moet voor de berekening van de opzegtermijn worden uitgegaan van het tijdstip van totstandkoming van de eerste overeenkomst.

De HR leidt dit af uit de bedoeling van de wetgever, in weerwil van de tekst van art. 7:668a BW. Deze regel geldt ook in geval van een overeenkomst voor onbepaalde tijd gevolgd door overeenkomst voor bepaalde tijd (Ragetlie-situaties).

In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan:
( i) [verweerster], geboren in 1967, is in juli 1992 in dienst getreden bij B.V. Rucanor en vervolgens bij Rucanor Europe B.V.
(ii) Rucanor Europe B.V. heeft op 7 februari 2013 haar statutaire naam en handelsnaam veranderd in Sport Services Europe B.V. (hierna: SSE). SSE is op 26 februari 2013 failliet verklaard.
(iii) Op 12 februari 2013 is ESS opgericht. [verweerster] is met ingang van 1 april 2013 bij ESS in dienst getreden.
(iv) Op 12 mei 2016 heeft ESS bij het UWV toestemming verzocht voor het ontslag van [verweerster]. Het UWV heeft bij besluit van 3 juni 2016 aan ESS toestemming gegeven om de arbeidsovereenkomst met [verweerster] op te zeggen op grond van bedrijfseconomische omstandigheden. ESS heeft vervolgens die arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 augustus 2016.
( v) ESS heeft aan [verweerster] een transitievergoeding betaald van € 2.461,– bruto.

Conclusie:
[verweerster] heeft de kantonrechter verzocht ESS te veroordelen tot betaling van € 22.968,– bruto aan (aanvullende) transitievergoeding en € 4.921,82 bruto aan vergoeding wegens onregelmatige opzegging als bedoeld in art. 7:672 lid 10 BW. Zij heeft aan dit verzoek ten grondslag gelegd dat zij vanaf 17 juli 1992 aansluitend in dienst is geweest bij B.V. Rucanor, Rucanor Europe B.V. en SSE (hierna tezamen: Rucanor/SSE), en dat ESS redelijkerwijze geacht moet worden de rechtsopvolger van SSE te zijn, zodat – conform art. 7:673 lid 4, aanhef en onder b, BW – voor de bepaling van de hoogte van de transitievergoeding de dienstjaren vanaf 17 juli 1992 moeten worden meegenomen. Daarnaast had ESS met inachtneming van de correcte opzegtermijn de arbeidsovereenkomst eerst tegen 1 oktober 2016 kunnen opzeggen. De door ESS gedane opzegging tegen 1 augustus 2016 was dus onregelmatig, zodat ESS een vergoeding op grond van art. 7:672 lid 10 BW verschuldigd is, aldus [verweerster].
De kantonrechter heeft de verzoeken van [verweerster] toegewezen.

Advies in arbeidsrecht door een Bedrijfsadvocaat betekent voorbereidende maatregelen treffen vóórdat een kwestie speelt. Ondernemers die anticiperen op een slecht scenario hebben een voorsprong. Voorkomen is beter dan genezen, wij hebben ontzettend veel ervaring en het arbeidsrecht verandert continue. Wij zijn voorbereid en goed geïnformeerd inzake de nieuwe Wet Werk en Zekerheid, laat u hierbij adviseren door uw Bedrijfsadvocaat om goed voorbereid te zijn.

Wij helpen o.a. bij
Procedures en/of reorganisaties
Opstellen arbeidsovereenkomsten
Onderhandelingen
Ontslag strategie

Bedrijfsadvocaat heeft jarenlange ervaring met ontslagzaken en kent het klappen van de zweep. Op effectieve wijze weet Bedrijfsadvocaat de arbeidsrelatie met de werknemer in overleg te beëindigen dan wel de daartoe benodigde procedures te voeren en tot een plausibele schikking te komen.

opvolging, arbeidsrecht, opzegtermijn, berekening, onregelmatige opzegging, transitievergoeding,

Berekening opzegtermijn bij opvolgende arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd bron: Recht.nl

Privacy-inbreuken in het arbeidsrecht

De werkgever heeft bij uitstek te maken met het verwerken van persoonsgegevens en het bijkomende recht op privacy van de werknemers. Soms gaat het dan ook mis en wordt privacyschending een onderdeel van de arbeidsrechtelijke procedure. Hoe werkt het privacyrecht in dat geval door in het arbeidsrecht? Ook is er een tendens dat werknemers regelmatig een beroep doen op de (transcriptie) van een heimelijk met hun smartphone opgenomen gesprek. Bedrijfsadvocaat heeft speciaal voor u de basisregels van Privacy-inbreuken in het arbeidsrecht op een rijtje gezet.

Met de nabije inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) op 25 mei 2018 staat het privacyrecht regelmatig in de spotlights. Ook in het arbeidsrecht is de komst van de AVG niet onopgemerkt gebleven. Dat is niet zo gek, de werkgever heeft bij uitstek te maken met het verwerken van persoonsgegevens en het bijkomende recht op privacy van de werknemers. Soms gaat het dan ook mis en wordt privacyschending een onderdeel van de arbeidsrechtelijke procedure. Hoe werkt het privacyrecht in dat geval door in het arbeidsrecht?

Het privacyrechtelijke toetsingskader
Zowel op grond van de huidige Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) als de toekomstige AVG dient de verwerkingsverantwoordelijke, in dit geval de werkgever, een grondslag te hebben voor het verwerken van de gegevens. Deze grondslagen zijn limitatief opgesomd in artikel 8 Wbp/6 AVG. Mag een werkgever bijvoorbeeld de social media accounts van een sollicitant bekijken of mag een medewerker gesprekken opnemen en gebruiken zijn zaken die voor komen. In de juridische grondslag voor de werkgever is vrijwel altijd het gerechtvaardigde belang in de zin van artikel 8 sub f Wbp/6 lid 1 sub f AVG. De inbreuk op de belangen van de werknemer door de verwerking van persoonsgegevens moet een legitiem doel hebben, in verhouding staan tot het daarmee te dienen doel en het doel moet niet op een andere, minder nadelige manier kunnen worden bereikt. Dit is een streng kader.

Het arbeidsrechtelijke toetsingskader
Indien de werknemer een beroep doet op zijn recht op privacy, gebeurt dit vaak in het kader van artikel 8 EVRM en niet met een beroep op de Wbp. Het is afwachten of door de grotere bekendheid met de AVG dit in de toekomst zal veranderen.

Kenbaarheidsvereiste
Als een mogelijke privacy-inbreuk deel uitmaakt van een gerechtelijke procedure, dient de rechter de inbreuk te beoordelen. De rechter kijkt naar het privacykader, namelijk gerechtvaardigd belang, proportionaliteit en subsidiariteit. Ook kijkt de rechter naar een aantal aanvullende arbeidsrechtelijke factoren. De belangrijkste factor is het kenbaarheidsvereiste. Het kenbaarheidsvereiste ziet op de vraag of het voor de werknemer kenbaar was of had kunnen zijn dat er een inbreuk zou worden gemaakt op zijn privacy. In dit kader speelt intern beleid een grote rol. De rechter neemt kenbaarheid sneller aan indien het is vastgelegd in, bijvoorbeeld, een voor alle werknemers toegankelijk, begrijpelijk intern reglement. Indien er geen beleid is of het beleid te vaag is, kan er nog steeds sprake zijn van een gerechtvaardigde verwerking, maar dan worden er wél hogere eisen gesteld aan de gerechtvaardigdheid van het doel en de proportionaliteitseis. Daarnaast speelt een rol in de rechterlijke toetsing of de ondernemingsraad met het interne beleid heeft ingestemd.

Arbeidsrecht
Een arbeidsrechtadvocaat richt zich op zaken met betrekking tot arbeidsrecht, ontslagrecht en medezeggenschapsrecht. Advies in arbeidsrecht door een Bedrijfsadvocaat betekent voorbereidende maatregelen treffen vóórdat een kwestie speelt. Ondernemers die anticiperen op een slecht scenario hebben een voorsprong. Voorkomen is beter dan genezen, wij hebben ontzettend veel ervaring en het arbeidsrecht verandert continue. Wij zijn voorbereid en goed geïnformeerd inzake de nieuwe Wet Werk en Zekerheid, laat u hierbij adviseren door uw Bedrijfsadvocaat om goed voorbereid te zijn.

Wij helpen o.a. bij
– Procedures en/of reorganisaties
– Opstellen arbeidsovereenkomsten
– Onderhandelingen
– Ontslag strategie

De Bedrijfsadvocaat arbeidsrecht adviseert onderneming ook bij:

arbeidsrechtcontracten, onderhandelingen, procedures en/of reorganisaties
vastlegging van arbeidsovereenkomsten, huisreglement, leaseauto reglement, AVG, privacy etc.
de te volgen strategie bij het ontslaan van een werknemer.

Het recht op privacy geniet steeds meer aandacht door de komst van de AVG en de digitalisering van de samenleving. Hierdoor ontstaan soms geschillen op de werkvloer. Het strenge privacyrecht lijkt door de arbeidsrechtrechter op praktische wijze te worden getoetst, met aandacht voor alle omstandigheden van het geval. Dit kan tot gevolg hebben dat een privacy-inbreuk toch gerechtvaardigd wordt geacht, of dat het onrechtmatig verkregen bewijs toch in het nadeel van de werknemer deel mag uitmaken van de procedure.

Bron: Mede naar aanleiding van Privacy-inbreuken in het arbeidsrecht bron auteur: Claire Huijts | 9 april 2018 © Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn N.V. waardoor alle rechten voorbehouden.

Privacy-inbreuken in het arbeidsrecht